89
Wegens gebrek aan gidsen werd het doel niet bereikt, doch
bij de hervatting, den 20en Juni, gelukte zulks op den volgen
den morgen.
Pëmatang was nu verlaten; nabij de woning van Taha werd
het bivak betrokken en strenge orders gegeven niets in de doesoen
te beschadigen of weg te nemen.
Over land werd Bangko bereikt, doch met de colonne te Rantau
Pandjang kon de aanraking voorloopig, tengevolge van het ont
breken van paden en door groote terreinmoeilijkheden, niet
worden verkregen en keerde daarop deze „beneden Tabir colonne"
9 Juli naar Moeara Tambësi terug.
De patrouilles van Rantau Pandjang werden inmiddels verder
uitgestrekt, waarbij wel geen tegenstand van belang onder
vonden, doch in de eerste maanden alleen door de doesoens tot
twee dagmarschen boven Rantau Pandjang een vredelievende
houding aangenomen werd, terwijl door het hoofd aldaar, Pak
Poero, belangrijke mededeelingen, omtrent het optreden en de
gezindheid van hoofden en bevolking werden gedaan.
Dit hoofd deelde o. m. mede, dat het grootste gedeelte van
het verzet aan de Tabir uitging van de benden uit de Tëbo-
streek onder Rio Ali en anderen, in welk gebied men ook van
plan zou zijn zich hardnekkig tegen de „Compagnie" te ver
dedigen en dat alle doesoens versterkt zouden zijn dat de Sultan,
die naar de Tëbo was uitgeweken, last tot versterking der
doesoens, Pangeran Anom en de hoofden der V Batin de overige
bevelen voor het verzet hadden gegeven.
Voorts deelde hij in Augustus mede, dat Pangéran Toemeng-
goeng, die tot op dien tijd Limboer met rust had gelaten,
wederom tot vijandelijkheden zou overgaan, omdat de Hollanders
te zware straffen oplegden en te veel van de bevolking eischten
voor het aanleggen van wegen, enz.
Het bedoelde hoofd verklaarde zich overigens genegen de
bevolking aan de Tabir tot staking der vijandelijkheden en
terugkeer in de kampongs te Dewegen, waarmede bij het maken
van patrouilles rekening werd gehouden.
In den verderen loop van 1902 verbeterden onze betrekkingen
met hoofden en bevolking gaandeweg en lieten die met de
doesoens bovenstrooms niets te wenschen over.