- 106 Toen, onmiddellijk nadat Limboer verlaten was, daaruit weer geschoten werd, werd deze kampong in brand gestoken, om dit schieten althans te beletten. Marschorde 2 Sectiën. Trein o m. met 25 tandoe's, 2 Sectiën (13 en 14 man sterkh Tot 12 uur marcheerde de colonne ongehinderd door, maar toen zij de Pamoenjin (rechter zijtak van de Tëbo) bereikte, viel een zwaar donderbusschot, hetwelk het sein bleek, dat de vijand de onzen opwachtte. Het voetpad, dat hier in den rotswand uitgehouwen was, had rechts den bergwand, links in de diepte de Tëbo en helde hier sterk in de richting van de rivier. In het verlengde van het pad aan de overzijde der 60 M. breede Tëbo had de vijand zijn loopgraven opgeworpen, waaruit plotseling een hevig vuur, afgegeven uit naar schatting 6 lila's en 60 geweren, losbarstte. Tegelijkertijd rolden boomen, groote steenen en rotsblokken van boven, waardoor een korporaal gedood en vijf minderen min of meer zwaar gewond werden. Onmiddellijk werd door de voorste troepen de bergwand be klommen, waardoor in verband met een omtrekking van een der volgende sectiën de vijand boven verdreven en tevens de loopgraven aan de overzijde onder vuur genomen konden wor den, zonder dat het vuur van die zijde echter tot zwijgen kon worden gebracht. Dientengevolge moest de geheele troep over het gebergte trekken, wat door de vele gewonden in tandoe's, enz. slechts met de uiterste inspanning van alle krachten kon geschieden, doch waardoor meerdere verliezen vermeden werden. Om 4 uur was alles boven en gelukte het om 7 uur Loeboek Mengkoewang zonder verdere ongevallen te bereiken. Na den gesneuvelde te hebben begraven, wiens lijk, opgegraven door den vijand, een week later te Pëlajang drijvende in de rivier werd gevonden, werd den volgenden morgen de terugmarseh naar Pëlajang aanvaard. Deze gevechten kostten ons in het geheel drie dooden en 47 gewonden van welke laatsten 22 alleen door randjoes.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 118