- 108 -
verleend, werden de hoofden van een zevental doesoens in dit
gebied tot een gezamenlijk bedrag van 1400 beboet en de
inlevering van 47 geweren geëischt, waaraan voldaan werd.
Den 28en Mei rukte een colonne van Soengei Rambai op
naar Tandjong Auoer, dat den 30 Mei werd bereikt, nadat ter
hoogte van Rambahan een klewangaanval was afgeslagen, waarbij
18 Djambiërs het leven lieten en wij geen verliezen leden.
Den 2en Juni werd met 3 sectiën naar Teloeq Kwali opge
rukt; op marsch daarheen werd de troep aangevallen dooreen
bende van Pangeran Hasan sterk 5 man, die allen werden
neergelegd, terwijl hierbij aan onze zijde 1 Eur. sergeant en 2
Eur. fuseliers sneuvelden en 2 Eur. en 3 Inl. fuseliers gewond
werden.
De bende, bewapend met korten lans en klewang, had zich
in de alangalang verscholen gehouden tot de troep in de on
middellijke nabijheid was.
Gedurende de volgende maand werd in den omtrek van
Teloeq Kwali gepatrouilleerdde in de nabijheid gelegen doe
soens waren grootendeels verlaten.
Op het bericht, dat de vijand zich te Doesoen Toewa, vijf'
uren marcheerens stroomopwaarts van Teloeq Kwali, versterkt
had, rukte den 4en Juli een colonne onder den kapitein H.
van Beusekom, derwaarts op.
Deze colonne, sterk: 2 officieren, 1 adjudant-onderofficier, 12
Eur. en 44 Inl. onderofficieren en minderen ingedeeld in voor
troep, hoofdtroep en achterhoede met een spits van 10 man op 30
M. vooruit, passeerde om 1 uur 45 min. v. m. Doesoen Toewa.
Het terrein, waar volgens den gids de versterking moest
liggen, was een weinig golvend alang-alangveld, hier en daar
begroeid met laag struikgewas en aan den Z. en O. kant door
een riviertje begrensd.
De versterking was bij het begin van het gevecht niet te
zien, alleen ontwaarde men een verhoogd blokhuis, waaruit
vuur werd ontvangen o.a. uit een lila.
Hierop lostte de voorste sectie zich in twee groepen op,
nam stelling tegenover den Z. O. rand der versterking (afstand
300 M.) en gaf salvo's af.
De andere sectie onder den kapitein marcheerde meer west-