109 waarts, teneinde stelling te nemen tegenover de W.- en ge deeltelijk ook tegenover de Z.- face (afstand 200 M.) Nadat dit gelukt was en ook eerstbedoelde sectie meer west en voorwaarts was gegaan, teneinde het voor de Ooster- en gedeeltelijk ook voor de Zuider- face gelegen terrein, dat met randjoes beplant bleek te zijn, te vermijden, kon om 3 uur het bevel tot den stormaanval worden gegeven (afstand 70 M.) De beide sectiën stormden voorwaarts, terwijl een reserve van 10 man naar het N. W. front maakte, omdat uit die rich ting ook enkele schoten vielen en men hier den terugtochts- weg van den vijand vermoedde. Nadat enkele manschappen den houten wal beklommen had den, stak de vijand zijn buskruitvoorraad, aanwezig in een paar kisten, in brand, waardoor de onzen een oogenblik van den wal terugweken, om onmiddellijk daarop evenwel de verster king binnen te dringen, waarmede tevens het gevecht was afgeloopen. De vijand liet in de versterking 25 en daarbuiten nog 28 dooden liggen, terwijl wij een ijzeren kanon van 5| c.M., 3 Ida's, 1 Winchester karabijn, 59 voorlaadgeweren, 1 donderbus en vele blanke wapenen buit maakten. Ons kostte dit gevecht een verlies van 2 gesneuvelden (Eur. fuseliers) en 3 gewonden. (Verschoten 987 patronen). Na dit belangrijke succes bereikte eene den 15en September vertrokken colonne, onder den kapitein H. Schokker na geringen tegenstand, den 19en Teloek Kajoe Poetih en vervolgens op den 22en Tandjong, de uiterste grens van Djambi. Dat men een dergelijk resultaat niet verwacht had, bewijst de groote troepenconcentratie, die voor deze excursie plaats had, want, hoewel Teloek Kwali nog door 50 man bezet bleef, kon nog een colonne van 188 bajonetten oprukken. De opmarsch, die grootendeels langs de beide oevers van de Batang Hari plaats had, werd op deze rivier vooraf gegaan dooi de met snelvuui geschut bewapende nieuwe beschermde hekwie- Ier „Otto" en een ander vaartuig, welke vaartuigen hierbij zeer goede diensten bewezen. Teloek Kajoe Poetih, welke kampong ons goed gezind bleek, werd het hoofdbivak in dit gebied.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 121