121 f. Te Pelajang, 2e Compagnie 2de Bataljon-Infanterie en Moeara Boenga, j (Amboneezen). g. Te Goeroen Toewa 2 officieren en 100 bajonetten van en Loeboek Kepajang, j het Garnizoens-Bataljon. h. Te Rantau Panajang (Tabir): 3e Sectiën van de 3de Compagnie van het 2de Bataljon Infanterie (Amboneezen). i. Te Bangko: 2 oificieren en 100 bajonetten van Garnizoens-Bataljon. j. Te Soeroelangoen (Djambi): 50 bajonetten van het Garnizoens-Bataljon, k. Te Moeara Enom: 20 bajonetten onder een sergeant (Garnizoens-Bataljon). I. Te Moeara Siau: 80 bajonetten met 2 luitenants (Garnizoens-Bataljon). m. Te Moeara Kesiro: 50 bajonetten met 1 luitenant (Garnizoens-Bataljon). Uit het bovenstaande zal blijken, dat een der compagnieën Am boneezen vervangen was door Soendaneezen, waartoe men in het begin van 1903 was moeten overgaan, omdat in de aanvulling van eerstgenoemden niet voldoende meer kon worden voorzien. Om die reden werd te Magelang een reserve-bataljon opgericht bestaande uit Amboneezen, met het gevolg dat in het begin van 1904 weer een nieuwe compagnie Amboneezen bij het 2de Bataljon Inf. kon worden ingedeeld. Deze compagnie verving echter de Europeanen, dus de le Com pagnie, omdat de militaire commandant van oordeel was, dat in het stadium, waarin de expeditie thans verkeerde, op krachtig verzet niet meer behoefde te worden gerekend, daarentegen van de troepen talrijke en langdurige patrouillediensten moesten worden gevergd, waarbij speurzin, beweeglijkheid in het terrein en ge ringe behoeften wat betreft de voeding van veel belang waren, eigenschappen welke de Inlanders in veel hoogere mate bezitten dan de Europeanen. Om aan de behoefte aan snelheid en beweeglijkheid, welke bij achtervolging der benden zoo dikwijls te kort schoot, meer tegemoet te komen, werd in het begin van 1904 een mobiele sectie samengesteld uit bijzonder geoefende Amboneezen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 133