127
Den 21en dier maand kon de controleur van Moeara Tebo
vrij juiste gegevens verstrekken omtrent de plaats, waar Taha
zich zou ophouden n.l. in een van twee schuilplaatsen, welke
zich aan de Soengei Besar, een rechter zijriviertje van de Batang
Hari, uitmondende even benedenstrooms Betoeng Bedaro, zoude
bevinden.
Den 23en werd daarop een patrouille onder den 2en luitenant
G. Badings naar Bangko Pintassan, twee dagmarschen stroom
opwaarts aan de Tabir, gezonden om van daar, langs het voet
pad loopende van die doesoen naar Betoeng Bedaro, naar het ter
rein der schuilplaatsen te marcheeren en op de daaruit naar
het Z. loopende voetpaden den 25en hinderlagen te leggen.
Verder werden den 25en patrouilles uitgezonden uit de doe-
soens Penapalan, Remadji en Betoeng Bedaro en van af den
mond van de Sei. Api aan de Batang Haritwee dezer patrouilles
met de opdracht hinderlagen te leggen en de twee andere om
ieder een der schuilplaatsen te overvallen. Geen dezer patrouilles
had eenige ontmoeting. Na drie dagen van nagenoeg onophoude
lijk marcheeren en in hinderlaag liggen vond echter een gedeelte
van de patrouille Badings deze luitenant zelf met 9 bajonetten
hoewel de gids dit nog op het laatste oogenblik trachtte
te misleiden, sporen die naar schuilplaatsen moesten leiden en
deze vervolgende werd den 26en 's morgens, dank zij het flink
gedrag van een inlandsch politiedienaar, die verkleed geheel
alleen op onderzoek uitging, een schuilplaats gevonden. Deze
werd nu van twee zijden binnengedrongen en in het daarop
volgende vuurgevecht met de weinige bewoners, werden drie
personen gedood, onder wie, zooals later bleek, Taha zich bevond.
Omstreeks dezen tijd moet ook Taha's broeder, Dipo Negara,
die trouwens reeds oud, afgeleefd en gedeeltelijk verlamd was,
overleden zijn, evenals de beruchte Raden Anom van Kaos.
Hoewel de genoemde grooten zich persoonlijk van vijandelijkhe
den onthielden, lieten zij niet na voortdurend hun invloed aan te
wenden om hoofden en bevolking tot verzet te bewegen en ontza
gen zij zich ook niet, door toepassing van straffen of bedreiging
met den dood, tot vijandelijkheden aan te sporen. Na het sneu
velen van Taha en het overlijden van Pangeran Dipo Negara, meld
den zich de meeste lieden, die zich bij hen hadden aangesloten,