139 wees, maakte de Pangeran in den nacht van den len op den 2en Juli van de gebrekkige waakzaamheid van de halve brigade mareehaussée, welke bij het gebouwtje, dat hem tot verblijfplaats diende, wacht deed, gebruik om te ontvluchten. Welke de beweegredenen tot deze daad zijn geweest is niet met zekerheid bekend geworden, evenmin als die welke Fangeran Toemenggoeng tot een dergelijke handelwijze leidden. Eener- zijds werd beweerd, dat de Pangeran Ratoe zich slechts had overgegeven, omdat hij geen kans meer had gezien aan de hem omringende patrouilles te ontkomen, anderzijds werd het aan onheusche behandeling en niet nakomen van enkele beloften geweten. Hoe dit zij, men kon zich nu opnieuw ter zijner vervol ging opmaken. Hij vluchtte wederom naar het gebied van de Boven-Soemei, waar zich Pangeran Singo en anderen bij hem aansloten. In October scheen hij zich weer te willen onder werpen, doch zijne plannen kwamen niet tot uitvoering; een in November gedane poging om hem in handen te krijgen slaagde niet; daarentegen gelukte het in den nacht van den 5en op den 6en December aan een maréchaussee-patrouille on der luitenant Geldorp de schuilplaats van Pangeran Singo in de Oeloe Gangsal (Indragiri) te overvallen, bij welké gelegen heid deze groote sneuvelde, terwijl zijn vrouw en een volgeling werden gevangen genomen. De bende van Pangeran Anom maakte in Maart ea April 1906 de Pëlëpat en de Beneden-Tebo onveilig. Zij legde schat tingen op, beschoot voorbij varende stoomscheepjes en prauwen en vernielde de telephoonlijnen. In Mei werden eenige voorname inwoners van Tanah Priok vermoord. Eene de bende vervolgende patrouille viel een paar malen in een hinderlaag en bekwam eenige gewonden doch vond en ver nielde hare schuilplaatsen. Zij, althans voor zoover zekerheid bestaat, dat hier van dezelfde bende sprake moet zijn, verscheen den lOen Juni in doesoen Rambahan (Batang Hari) waar zij II woningen in de asch legde, 7 doesoen lieden doodde en 6 andere verwondde, toen deze zich verzetten. Nadat een maréchaussée- patrouille onder luitenant Spandaw er in geslaagd was in Sep tember een schuilplaats tusschen de Alai en de Pelangko te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 151