141 medio April nabij Pamoenjin door Darlang overvallen, waarbij deze Pangeran, diens broeder Seman, een tweetal leden van de Kedipan-adel en 8 volgelingen sneuvelden, terwijl aan onze zijde de kapitein Darlang en drie marechaussée's, gedeeltelijk door eigen vuur, licht gewond werden. Met nog slechts enkele volgelingen bleven nu Pangeran Ratoe, Raden Mat Tahir en Raden Pamoek en enkele mindere voorname bendehoofden rond zwerven. In April gelukte het nog aan Pamoek in de Beneden-ïambësi te Rangkiling een belangrijk verzet te kweeken. Aaneen afdeeling gewapende politiedienaren, die, bij overplaatsing reizende, niet van voldoende wapenen waren voorzien, werd door hevige be schieting een landing te Rangkiling belet. Een patrouille uit Moeara Tambësi vond de toegangen tot de doesoen door ran- djoes versperd en deze verlaten. Ook hier was van het praatje, dat Japan hulp zou verleenen, met vrucht gebruik gemaakt. De bevolking keerde nu evenwel spoedig in de doesoen terug, 14 dagen later werd de schuilplaats van Pamoek overvallen, waarbij hij een doode en 14 gevangenen kreeg. Den 27en Mei werd hij zelf door een doesoenhoofd gearresteerd en aan ons overgeleverd. Raden Mat Tahir werd intusschen rusteloos vervolgd. Den 5en Juni, den 27en Juli en den 9en Augustus werd zijn schuilplaats met meer of minder succes overvallenbij die gelegenheden vielen zijn vrouwen, zijn moeder en de wapens en voorraden in onze handen en hoewel hij zelf steeds wist te ontsnappen, werd zijn toestand hoe langer hoe meer hopeloos. Niet beter verging het Pangéran Ratoe, die dan ook, ten slotte nog slechts door één volgeling vergezeld, zich den 12en September bij het bestuur meldde. Op den 26en September kreeg het bestuur bericht dat Raden Mat Tahir zich o. m. met zijn broeder in de nabijheid van doesoen Moeara Djambi (Beneden-Batang Hari) zou schuilhouden, teneinde, zoodra de gelegenheid hem gunstig was, per prauw naar Singapore uit te wijken. Den 29en d. a. v. kwamen, nadat het Djambische hoofd Këmas Kadir was afgezonden om nadere inlichtingen in te winnen, zeker der berichten binnen, inhoudende, dat hij zich in een woning

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 153