158
demniteit zullen genieten voor het garnizoen, waar hun gezin
zich vestigt of gevestigd blijft, dan wel, indien de plaats van
vestiging geen garnizoensplaats is, voor het naastbij gelegen
garnizoen, zullende de plaats van verblijf van het gezin (hetzij
bij eerste of- nadere vestiging bij verhuizing) moeten blijken
uit eene door de eerste militaire of civiele plaatselijke autori
teit af te geven verklaring;
YI. dat aan officieren, onderluitenants, onderofficieren en
mindere militairen wordt vergund op den voet vau de daar
omtrent bestaande bepalingen ten behoeve van hunne ach
tergebleven vrouwen kinderen te delegeeren
VII. dat aan de van elders naar Palembang gedirigeerde offi
cieren, onderluitenants en onderofficieren op maandelijkseh
traktement, die niet ter nadere indeeling daarheen worden over
geplaatst, wordt vergund een voorschot op tractement te ont
vangen, voor de gehuwden en met gehuwden gelijk te stellen
personen ten bedrage van twee en voor de overigen van een
maand tractement, terug te betalen op de wijze als respectie
velijk voor gehuwden en ongehuwden is aangegeven in 10,
sub. b. van het Bijvoegsel tot de Instructie voor het voeren
der administratie bij korpsen en garnizoenen
VIII. dat de op de posten of in de garnizoenen, hiervoren in 3
bedoeld, gelegerde of te legeren militairen beneden den graad van
adjudant-onderofficier, zoomede de dwangarbeiders (deze laatsten
ais Inlandsche militairen) van landswege worden gevoed overeen
komstig hoogervermeid voedingstarief, en zulks zoo noodig
reeds van en met den dag van vertrek van Palembang (c. q.
Djambi) en anders van en met den dag, volgende op dien van
aankomst;
IX. dat aan de achtergelaten vrouwen en kindereu van de
militairen beneden den graad van adjudant-onderofficier, voor
zooveel de Europeesche onderofficieren beneden dien graad be.
treft echter alleen aan de niet wettige vrouwen en de niet
wettige of gewettigde kinderen, rijst en zout zal worden
verstrekt op den voet van het bepaalde bij afdeeling D van het
militair tarief No. 20 (staatsblad 1890 No. 100);
X. dat aan de militairen beneden den graad van adjudant-on
derofficier wordt vergund ten behoeve van de vrouwen en