163
De eer U over die grenzen ter overwinning te leiden is voor
mij niet weggelegd, doch wordt het deel van mijn ambtsopvolger,
den Luitenant-Kolonel T. H. van Haeften, die naar ik vertrouw,
dezelfde medewerking en steun van U zal ondervinden als ik
in ruime mate genoot.
Dan zal het ook Hem mogelijk zijn, trots de vele terrein-
moeielijkheden, die over groote afstanden nog zullen worden
ondervonden, die taak tot een goed einde te brengen en tot
heil van
Koningin, Koloniën en Moederland.
de Kolonel der Infanterie
(w. g.) Cheistan.