Bijlage VII Instructie uoor de in het Djambische ageerende kleine cfdeeiingen (zelfstandige patrouilles enz,} 1. Djambi zal worden beheerscht door bezetting van enkele gewichtige punten, gelegen aan of nabij de samenvloeiing van de voornaamste rivieren en, waar dit tot het breken van verzet noodig of voor de uitoefening van het gezag wenschelijk is, door mobiele colonnes, die, zoo noodig, tijdelijke bivaks kunnen betrekken. 2. De taak der troepen is: a. het opsporen, vervolgen en onschadelijk maken (gevangen nemen en bij verzet neerleggen) van niet onderworpen hoofden en anaq radja met hunne aanhangers benevens van alle ons vijandig gezinden en het opruimen van hunne schuilplaatsen en voorraden b. voor zoover de ambtenaren van het civiel bestuur daartoe hun verlangen te kennen geven, het uitoefenen van toezicht op de aan ons gezag onderworpenen o. a. door het controleeren van de uitgereikte passen en door het handhaven van de bepalingen omtrent het dragen van wapenen, het toezicht op den wegenaanleg, op de reinheid in de kampongs enz. 3. De ondervinding heeft geleerd, dat die taak op de meest doelmatige wijze verricht kan worden door rusteloos patrouil leeren, bij voorkeur van afdeelingen van gemiddeld 1 groep sterkte (20 bajonetten). De patrouilles moeten op ongeregelde tijdon ook in den namiddag en gedurende den nacht worden uitgezonden en kunnen eenige dagen achtereen uitblijven. Bij gebrek aan vervoermiddelen voor vivres (dragers, prauwen) worden aan de patrouilles noodrations verstrekt, die de man zelf draagt, het aantal patronen kan daartoe tijdelijk tot 50 per man worden verminderd. Aanbevolen worden overvallingen gedurende den nacht, waarvoor echter in den regel betrouwbare gidsen onmisbaar zijn (spionnen).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 176