166 beveiliging van het verkeer op en langs de rivier, dan gaan zij onmiddellijk na eene beschieting op een geschikt punt aan den wal om den vijand onschadelijk te maken. Ook troepen, die eene andere bestemming hebben (b. v. trans porten) kunnen op bovenomschreven wijze handelen, indien de Commandant vermeent, dat het verlies van tijd vergoed wordt door het te verwachten resultaat. Met het oog op de door den vijand mogelijk aangebrachte valboomen, moeten de rivieroevers niet dichter dan noodig door de vaartuigen genaderd worden. 6. Het aankweeken van een offensieven geest bij den troep en vooral bij de ondercommandanten, wordt iederen troepen commandant opgedragen. Daar de vijand elk terugtrekken onzer troepen, na eene ontmoeting, immers als een succes zijnerzijdes beschouwt, moet na aanraking met hem het offensief behouden blijven, zelfs na het verkrijgen van veel gewonden, in welk geval het bestaat in het vasthouden van het bezette terrein en tot zoodra mogelijk weder aanvallend optreden, liefst van kleine afdeelingen. Op gelijke wijze zal gehandeld worden, wanneer eene afdee- ling door den vijand achtervolgd wordt. Eene verkennende afdeeling moet daarom ook van zoo nabij door eene sterkere afdeeling gevolgd worden, dat van de resultaten der verkenning onmiddellijk partij kan worden getrokken. 7. Tegen het herhaaldelijk voorgekomen ontvluchten van gidsen en gevangenen moeten krachtige maatregelen worden getroffen. Gidsen, die niet door landgenooten herkend wenschen te worden, kunnen in dwangarbeiderskleeding worden gestoken. Elke uitrukkende patrouille ter sterkte van ongeveer een groep, wordt van een tandoe met eenige verbandmiddelen en van een eind dun touw (rottan) tot het binden van personen, voorzien. Een groot voordeel is het, wanneer zij tevens kan beschikken over een sterk touw (rottan) van 20 25 M. lengte om terreinhindernissen gemakkelijk te kunnen overwinnen. 8. In bevriende doesoens zullen, in overleg met de hoofden, de woningen worden aangewezen, die voor troepenlogies zullen dienen tegen uitkeering van een billijke schadeloosstelling aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 178