173 - arbeid zijn, is verboden; alleen indien zich vijandelijke benden in de buurt ophouden, dan wel vijandelijkheden zijn gepleegd mag de colonne- of patrouillecommandant uit eigen beweging de passen controleeren. 18. Van zonsondergang tot zonsopgang moet ieder, die zich buiten de doesoens beweegt, van licht zijn voorzien. Overtreders worden opgevat en overgegeven aan het civiel bestuur. 19. Overtreders, bedoeld in 17 en 18, worden bij verzet of poging tot ontvluchting, als vijanden behandeld. 20. Onderhandelingen met vijandelijke hoofden mogen onder geen voorwendsel plaats hebben. Zij behooren zich onvoorwaardelijk te onderwerpen; zoolang zij dit niet hebben gedaan is slechts een gedragslijn tegenover hen aangewezen, n.l. te trachten hen dood of levend in handen te krijgen. 21. De lijken van gesneuvelde personen van aanzien moeten zooveel mogelijk worden medegevoerd, ten einde hunne identiteit te doen vaststellen, nimmer mogen daartoe de hoofden worden afgesneden en medegenomen. Buitgemaakte wapensgeld of geldswaarden en goederen. 22. Buitgemaakte vuurwapenen worden ingeleverd, tenzij, bij voorlaadgeweren, een zoodanige hoeveelheid wordt buitge maakt, dat hst medevoeren bezwarend wordt; in dit geval moeten zij geheel onbruikbaar worden gemaakt en in eene rivier geworpen. Met blanke wapens wordt gehandeld overeenkomstig het medegedeelde in de Com mandementsorders 3 October 1906, No. 139/31 en 18 December 1906 No. 178/31. Buitgemaakte gelden, geldswaarden, sieraden en goederen worden bij het Bestuur ingeleverd. Vervollediging van kaarten. 23. Colonne- en patrouillecommandanten moeten er naar stre ven om de bestaande kaarten te vervolledigen. Schetsen of opnamen worden ingediend aan de autoriteit, die de colonne of patrouille uitzond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 185