174 Een calque daaivan wordt ingediend aan den gewestelijken Militairen Commandant. Algemeene opmerkingen. 24. Patrouilles moeten een minimumsterkte hebben van een halve gi oep, escorten in verband met het doel waarvoor zij zijn uitgezonden en den toestand in de streek, waarin zij optreden. 25. De colonne- en patrouillecommandanten moeten steeds van een behoorlijke opdracht, zoo eenigszins mogelijk schriftelijk, zijn vooizien, moetende evenwel de noodige vrijheid worden gelaten om, waar noodig, op eigen verantwoordelijkheid te handelen. 26. Een streek, waarin de vijand verdween, moet zorgvuldig worden afgepatrouilleerd; na verkregen aanraking met den vijand moet de vervolging steeds krachtig worden doorgezet. 27. De patrouilles moeten op ongeregelde uren, zoowel over dag als des nachts uitrukkenwaar het terrein dit toelaat, moet vooral van nachtmarschen worden gebruik gemaakt, daar dagpatrouilles in den regel weinig nut hebben. 28. Bij uitrukkende patrouilles moeten minstens voor twee dagen vivres (rijst met gedroogde visch of deng-deng) bij den man (ook de dragers) worden mede genomen. 29. Met de betrokken bestuursambtenaren moet in overleg worden getreden het verkrijgen van berichten en spionnen of gidsen. De detachements-, colonne- en patrouillecommandanten zijn echter ook bevoegd daartoe zelf het noodige te verrichten gidsen mogen als regel alleen wordeu aangenomen in onbekende streken of om de niet bekende verblijfplaatsen van vijandelijke personen of benden aan te wijzen. 30. Bij het overtrekken van snelstroomende rivieren of van hindernissen moeten zoodanige maatregelen worden genomen, dat geen vuurwapens kunnen verloren gaan, hetgeen allicht kan gebeuren als deze in de hand worden gedragen. Daaiom mag dit nimmer plaats vinden; het zoeken naar gezonken vuurwapens zou groot oponthoud kunnen veroorzaken. Bij het gebruik maken van vaartuigen of vlotten moeten voor zoover de veiligheid dit toelaat de vuurwapens aan de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 186