13
Den éden Juli had daar ook reeds een aanval van den vijand
plaats gehad, zoodat die Compagnie ondervinding had opgedaan
en nu op zeer goede wijze hare taak verrichtte.
Telefonisch werd het bericht ontvangen dat de vijand in de
richting van het Jfafczmagra-detacnement oprukte. Alle troe
pen van de voorhoede kwamen nu in stelling; 1 Batterij Veld-
Artillerie Noord van Matenrei maakte zich gereed het vuur te
openen, het 2de Bataljon van het 30ste Regiment Infanterie
nam positie op den rechtervleugel van de Artillerie en ontwik
kelde 2 Compagnieën in voorste linie, het 3de Bataljon verza
melde te Gohokan en vormde de reserve der Brigade, het Re
giment Cavalerie stond te Tekito ten opmarsch gereed.
De sterkte van den vijand nam meer en meer toe en ten
4,30 ure v. m. bezetten 2 Bataljons van den vijand de heu
vels Noord-West van Matenrei en openden deze het vuur. Een
diepe vallei scheidde beide partijen. Ten 5,30 v. m. werd
het vuur van den vijand steeds sterker en ten 6,30 v. m. be
gon 's vijands uiterste rechtervleugel voorwaarts te rukken naai
den heuvel Zuid-West van Matenrei het hoogste punt inden
omtrek—om den linkervleugel der Japanners te omvatten. Ge
neraal Okazaki echter zond 2 Compagnieën naar dien heuvel
om dien eerder dan de Russen te bezetten en 's vijands rech
tervleugel aan te vallen. Dit Bataljon slaagde er in den heu
vel voor deu vijand te bezetten en nam dezen laatste toen op
600 M. voor het front waar.
Het moeielijke terrein belette den aanval op dezen vijand,
het 1/2 Bataljon bleef daarom in stelling op den top. Generaal
Okazaki had tezelfdertijd 1 Compagnie van de reserve op den
linkervleugel van de Artillerie gedirigeerd. De mist belette het
uitzicht, toen die evenwel ten 7,30 v. m. opklaarde kon de vij
and duidelijk worden waargenomen en opende de Artillerie
haar vuur op vijandelijke Infanterie te Shdkurei en op een heu
vel Ncord van Matenrei bij Kicantebijo. De vijandelijke vuur
lijn bestond toen uit 4 Bataljons, die echter 8 uur v. m.
reeds tot 10 Bataljons waren aangegroeid. Het gevecht werd
nu heviger. De vijand poogde echter geen voorwaartsche be
weging te maken, omdat die diepe vallei moeielijk was over te
trekken en ook omdat hij niet over Artillerie beschikte.