16
gesneuveld en sneuvelde de 2de Luitenant, die het commando
overnam, eveneens. Alle officieren en de meeste onderofficieren
waren dood of gewond, niemand commandeerde.
Samenwerkende met elkaar hielden de manschappen stand.
Ten 7.15 u. v. m. hoorde kolonel Taniyama hiervan en snelde
hij met 2 Compagnieën de 11de en 12de Compagnie te hulp.
Ten 9 ure kwamen deze aan en werden ze op den rechter
vleugel van de voorposten Compagnie ontwikkeld. De aanval
van den vijand was bijzonder hevig; de 12de Compagnie had
dien in hoofdzaak te weerstaan en. verloor alle officieren, onder
officieren en bijna alle manschappen.
Onze troepen hielden echter stand en nadat van 11 uur v. m.
2 uur n. m. de 5de, 10de en 7de Compagnie te Sekimdnrei waren
aangekomen, verbeterde de toestand veel. Omstreeks 5 uur
n. m. trok de vijand terug.
Moeielijk terrein en het hevige gevecht maakten vervolging on
doenlijk, de troepen vuurden slechts op den terugtrekkenden vijand.
In de richting van Tódökd stond de 9de Compagnie op voor
posten. Er werd daar niet gevochten. Ten 9 ure v-m-
nam men er een detachement Infanterie en Cavalerie 30
man) waar en iets na 1 uur n. m. bevond er zich 1 Batal
jon, dat echter geen verdere voorwaartsche beweging maakte
en ten 7 ure n. in. terugtrok.
Toestand na het gevecht.
De Divisie-Commandant te Rensankan deed na ontvangst van
de berichten omtrent 's vijands aanval de hoofdmacht ten 6
ure v. m. te Rensankan verzamelen. Ten 7,35 u. v. m. zond
hij het 3de Bataljon van het 29ste Regiment Infanterie ter
versterking naar Generaal Okazaki en 1 Compagnie pioniers
naar Gebatö. Ten 11 ure ging hij naar Matenrei en nam daar
het Commando op zich. Ten 12 ure zond hij 1 Bataljon van
het 29ste Regiment Infanterie naar Gebatd.
Nadat de vijand teruggetrokken was gelastte hij alle troepen
in de vorige posities te doen terugkeeren, nachtkwartier te
betrekken en maatregelen tot beveiliging te nemen.
De hoofdmacht van den vijand trok terug in de richting van
Tsuenpa en Kioto.