21
Ten 6 uur v. m. opende ze weer het vuur maar dit was
niet meer zoo krachtig als te voren.
Ten 9 ure werd naast het 1ste BataljoD van het 24ste Regiment
op den rechtervleugel het 2de Bataljon van dat Regiment ontwik
keld. Het 3de Bataljon van het 24ste Regiment, dat naar Sekikokb
gezonden was, kreeg ten 11,40 v. m. orders om aan den aanval
bij Kyoto deel te nemen en een klein detachement te Sekikokö
te laten. De hoofdmacht van dit Bataljon rukte nu op naar
een heuvel Noord-Oost van Kyoto en stootte ten 1 ure n.m. op
200 vijanden op dien heuvel, bezette ten 3 ure n. m. het
Westelijke uiteinde en opende het vuur op de vijandelijke lin
kerflank. (Deze heuvel was zeer belangrijk, geen van beide
partijen had daaraan voor den slag aandacht geschonken).
Ten 2,15 n. m. begon de vijandelijke Artillerie de positie te
ontruimen en ten 2,30 n. m. was de geheele vijandelijke Artil
lerie in aftocht onder het hevige vuur van onze Artillerie.
Ten 4 ure n. m. veranderde deze laatste van stelling en
vuurde hevig op de vijandelijke Infanterie ter voorbereiding
van het voorwaarts gaan onzer eigen Infanterie. Toen deze
voorwaarts begon te gaan werd het vuur aan beide zijden
steeds heviger; de vijandelijke Infanterie bood hevigen tegenstand
en trok niet terug.
Het 14de Regiment Infanterie kwam met veel moeite voor
waarts door het heuvelterrein, was ten 1,30 n. m. te Kinko
en volgde toen de Saikarivier naar het Noorden. Ten 3,50
n. m. bereikte het Regiment Daidaiko en ontwikkelde het 1ste
Bataljon en 2 Compagnieën van het 2de Bataljon op den heuvel
West van Daidaiko met het doel bij den aanval samen te
werken met het 24ste Regiment Infanterie.
De Commandant van de 2de Divisie, die het hevige geweer
vuur in de richting van Kyoto hoorde, zond 2 Compagnieën
Infanterie van het detachement te Gebato ter ondersteuning;
deze 2 Compagnieën bereikten het 14de Regiment te Kinko.
Onze troepen in de voorste linie deden een krachtigen aan
val op front en flank van den vijand en overstelpten dezen
met vuur. Ten 5 ure n. m. begon hij terug te trekken en
werd tot den stormaanval overgegaan. Ten 5,15 n. m. waren
de vijandelijke posities bezet. Een deel onzer Artillerie kwam