45
Het was echter te vergeefsch, hij sneuvelde en de troep leed
zware verliezen. De Bataljons-Commandant, Majoor Toyoda,
besloot nu zelf den aanval te doen. Na hard vechten werd de
vijand ten Hb 3,20 n. m. teruggedrongen en de heuvel bezet.
Onze verliezen hierbij bedroegen 101 dooden en 340 gewonden,
dat wil zeggen bijna het geheele Bataljon was buiten gevecht
gesteld. De vijand liet 130 dooden achter. Ten 3 30 n. m. bezette
een ander Bataljon den heuvel geheel en had de aanval plaats
op de vijandelijke Artillerie te Kosarei. De batterijen lieten het
materieel achter, waarop onze troepen de stukken wilden halen,
maar 2—3 Compagnieën vijandelijke Infanterie op den heuvel
Zuid-West van Kosarei openden een zoo hevig vuur, dat Majoor
Toyoda verplicht was in stelling te blijven met de kanonnen
tusschen hem en den vijand.
Linkervleugel.
De tot den linkervleugel behoorende afdeelingen stelden zich
alle den 25sten Augustus tusschen 5 en 6 uur n.m. in beweging.
De Commandant verliet zijn kwartier ten 6,30 n.m. en kwam
ten 12 ure 's nachts met de reserve aan op den heuvel Noord
van Dai-nanko. Het 14de Regiment Infanterie marcheerde in
tweeën gesplitst over den weg langs den voet en over de Noord
zijde der heuvels van Sökahoshi over deze plaats en Kinkahoshi
naar den hoogsten heuvel Noord van Hachibanrei. In die rich
ting bevond zich 's vijands voornaamste stelling op den heuvel
Noord van Hachibanrei. In front daarvan waren door den
vijand in drie liniën vooruitgeschoven stellingen opgeworpen.
Onze troepen bleven doormarcheeren en bezetten die drie liniën
en rukten voort tot 150 M. van den vijand. Verschillende
hoogten dekten onze troepen tegen het vuur, ruimte was er
echter niet veel en niet voldoende voor het voorwaarts ontwik
kelen van den troep. De vijand bezette een zeer uitgestrekt
front. Daar wij bovendien flankvuur kregen van uit eene
vijandelijke positie te Daikampareiwas de aanval voor onze
troepen zeer moeielijk. De afdeelingen op den uitersten rech,
tervleugel van het 14de Regiment bezetten den heuvel Noord
van het hoogste punt ten 5,25 v.m. en, na aldaar eenig vuur
te hebben afgegeven, ten 5,30 v.m. het hoogste punt Noord
van Hachibanrei.