73
Ten 11.30 begon de Okasaki Brigade haren aanval, door de
Artillerie ondersteund. Ten 1 ure n.m. bezette de voorste linie
den heuvel Noord-West van Kökofun.
Ten 1.50 n.m. kreeg Generaal Okasaki bericht, dat de 12de
Divisie met het oog op de vijandelijke bedreiging op haar rechter
vleugel, den voortmarsch zoolang had gestaakt. Generaal Okasaki
dacht dat het nadeelig zou zijn den voortmarsch zijner Brigade
te staken en besloot den aanval door te zetten. Ten 3.30 n.m.
bevond de voorste linie zich op de Westelijke helling van den heu-
vel Noord-Oost van Zenkokueidai en deed zij een aanval op de vijan
delijke Infanterie-loopgraven op de hellingen en in Manjüzan. De
vijandelijke Artillerie, ter sterkte van 20 stukken opgesteld bij
een hoeve Noord van Sakotonopende een hevig vuur en ten 4 ure
n.m. bleek de sterkte van den vijand in Manjüzan toegenomen
te zijn. De zon ging onder en nu naderden onze troepen den vijand
in gesloten formatie (6.50 n.m.).
Yan de van de Matsunaga Brigade teruggeroepen troepen kwam
het 1ste Bataljon 4de Regiment den lsten September ten 6.30
v.m. te Korikizai en werd daar Reserve der Divisie.
Even na 5 uur n.m. kwamen ook het 2de Bataljon 4de Regiment
en het 2de Bataljon 29ste Regiment bij de Divisie aan.
De Commandant der 2de Divisie versterkte toen ten 7.30
n.m. de 15de Brigade met het 1ste Bataljon van het 4de Regiment.
Ten 8 ure n.m. bood de vijand te Manjüzan nog tegenstand.
De Divisie Commandant nam nu maatregelen om de Okasaki
Brigade in Westelijke richting te beveiligen, nadat zij Manjüzan
zou hebben bezet en om de andere troepen in hunne stellingen
te doen overnachten. De voorste linie der Okasaki Brigade bleef
vooruitgaan en ten 8.30 n.m. bezette het 30ste Regiment Infante
rie, na een hoogst moeielijken tocht, den Oostvoet van den Manjü
zan heuvel, trok verder, deed ten 9.30 n.m. een stormaanval op
de vijandelijke stellingen op de helling, bezette die stellingen,
trok weer verder naar den top en had ten slotte ten 10.30 n.m., na
het overwinnen van hevigen tegenstand, den heuvel bezet.
De vijand kreeg versterking en deed een tegenaanval, wierp
met handgranaten en trad in zulk een uitgebreide linie op, dat
het scheen alsof hij ons wilde omsingelen. Na een hardnekkig
gevecht slaagden onze troepen er echter in hem terug te werpen.