76 voeling met den rechtervleugel, den vijand op den heuvel Oost van A kahayama aan 4de. De linkervleugel steunt de 2de Divisie met een deel zijner troepen en neemt met zijn hoofdmacht deel aan den aanval op Akahayama; 5de. Ik ga met de reserve naar Gochözan. Het 3de Bataljon 14de Regiment Infanterie ging ten 11.30 v.m. van den heuvel West van Kaköyö voorwaarts en hezette ten 1.50 n.m., na eene zwakke vijandelijke afdeeling te Sekizan verdreven te hebben, Chökazandaarna ten 2 ure n.m. Kishizan en ondernam toen den aanval op den vijand op den 184 M. heuvel. Hierbij werd de Infanterie gesteund door de 4de Bat terij Veld-Artillerie die daartoe naar Shikizan gezonden was. Even na 5 uur n. m. werd de vijand verdreven en de heuvel bezet tegelijk met dien ten Noorden daarvan. De terugtrekkende vijandelijke Infanterie en Cavalerie werden met vuur vervolgd. De rechtervleugel begon den opmarsch naar den Akahayama ten 12.24 n.m. en viel ten 1.30 n.m. te Daiyd den vijand op den Akahayama aan. Ten 2.50 n.m. was deze laatste verdreven en werd hij met vuur vervolgd. Het Artillerie Regiment bezette eene stelling bij Gochözan en nam van af 10 uur v.m. den vijand op den Akahayama onder vuur en ver plaatste zich daarna naar den heuvel West van Daiyö. Te Shötatsurenkö bevonden zich 10 stukken des vijands- Deze en 10 stukken, die later te Daitatsurenkö in stelling kwamen, namen onze Artillerie onder vuur en ten 4 ure n.m. was het Artillerieduel hevig. De vijand scheen een tegenaanval te willen ondernemen en inderdaad ging hij ten 5.45 n.m. met 1 Brigade Infanterie uit de richtingen van Kidaishi en Shötatsurenködaartoe over. Onze troepen lieten den vijand tot op 400 M. naderen, openden toen een hevig vuur met het gevolg dat de vijand zware ver liezen leed en terugtrok. Linkervleugel Brigade. Deze bevond zich sedert den vorigen nacht op den rechter vleugel der 2de Divisie en bezette den heuvel Noord-Oost Manjüzan. De Brigade ontving ten 11.30 v.m. de orders van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 278