80 Onze troepen rukten voorwaarts en bezetten tusschen 10 en 11.40 v.m. de lijn: heuvel Funroshi Noord Jöjokakö. De Matsunaga Brigade bevond zich te Daisekimonreizond 's morgens verscheidene patrouilles uit en deed de Artillerie het vuur openen ter verkenning. Daar er geen vijand werd be speurd, begon de Brigade ten 11 ure v.m. vooruit te rukken en bezette zij ten 12 ure 'smiddags den heuvel Noord-Oost van Funroshi. De Commandant van de Garde Divisie, bericht van een en ander bekomende, trok met de reserve naar den heuvel Noord van Yoshihodai en kwam daar ten 1 ure n. m. aan. Hier ont ving hij de volgende berichten lste. De hoofdmacht des vijands schijnt naar den rechter oever der Taishika teruggetrokken te zijn. De ingegraven stellingen van Ryöyö waren niet te zien, maar het schijnt dat er te Ryöyö sterke vijandelijke stellingen zijn. 2de. Het 4de Leger is voornemens naar Taidahakö (zie kaart 8) op te rukken met den rechtervleugel te dier plaatse. Met het doel met het éde Leger samen te werken, gelastte de Divisie Commandant ten 3.30 n. m. den opmarsch naar Gabishö. (Opmerking. De Matsunaga Brigade en het 29ste Regiment Infanterie Kobi-reserve waren inmiddels door een Legerorder naar de hoofdmacht van het Leger teruggeroepen.) Toen de Commandant der Garde Divisie bericht kreeg van den rechtervleugel, dat zich vijandelijke Artillerie en sterke Infanterieafdeelingen aan de Zuid-Oost zijde van Ryöyö be vonden, achtte hij de voorwaartsche beweging zeer gevaarlijk, omdat zich ook vijandelijke Artillerie op den heuvel op den rechteroever der Taishika bevond, en staakte hij den marsch. 2 September. De Commandant der Garde Divisie besloot ter plaatse te blijven s omdat de vijand, die wel langzamerhand naar den rechteroever der Taishika begon terug te trekken, in front van de Garde Divisie den heuvel op den rechteroever der Taishika en de po sitie aan de Zuid-Oost zijde van Ryöyö bezet bleef houden. Ten 6 ure n. m. was er nog geen wijziging in den toestand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 282