81 bij den vijand ingetreden en ook de 10de Divisie vorderde niet met hare operatiën. Dit deed den Commandant der Garde Di visie besluiten den rechtervleugel van de 10de Divisie los te laten, temeer ook omdat hij om 3.30 n. m. het bericht kreeg dat de Commandant van het 1ste Leger de spoedige komst van de Garde Divisie op den rechteroever der Taishika wenschte. De voorwaartsche beweging werd nu voorbereid en ten 6 ure n. m. gelastte hij dat den volgenden morgen de heuvel Zuid van Kofögai zou worden bezet. Alle troepen stelden zich te middernacht in beweging. 3 September. De Garde Divisie bezette den heuvel Zuid van Kotugai met het aanbreken van den dag. Het Regiment Veld-Artillerie kwam van 6—9 v. m. in vuurgevecht met de vijandelijke Ar tillerie op den rechteroever der TaishikaDe hoofdmacht der Divisie bleef ter plaatse en zond een verkenningsdetachement naar de Taishika om na te gaan waar die rivier zou kunnen worden overgegaan. Wegens de vele vijandelijke wachtposten langs de rivier, kon dit detachement het doel niet bereiken, wel echter vernam men van Chineezen dat er bij Köjdshi enkele doorwaadbare plaatsen waren. Daarna werd de Leger order ontvangen, die het bevel bevatte tot verplaatsing dei- Divisie in de richting van de hoofdmacht van het Leger. Vervolging door het 1ste Leger 3—5 September. Sedert 2 September wenschte de Leger-Commandant eene snelle vervolging van den vijand, maar de algemeene toestand gedoogde die niet en daarom moest de Garde Divisie naar den rechteroever der Taishika. De Chef van den Staf van het Leger, vreezende dat de voorwaart sche beweging van de Garde nog zou worden vertraagd, zond den 3den September ten 9.35 v.m. de volgende instructie: lste. Het is de wil van den Leger-Commandant, dat Uwe Divisie naar den rechteroever der Taishika overgaat; ziet gij daartoe geen kans de rivier vlug over te gaan, zend dan spoedigst l Infante rie Brigade langs den kortsten weg naar de Militaire brug van Kökwanton 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 283