82 2de. beantwoord deze order telegrafisch met het woord „voor waarts". Het antwoord van den Commandant der Garde Divisie, dat ten 5.45 n.m. werd ontvangen, luidde: „Onder de tegenwoordige omstandigheden is het onmogelijk de troepen bij daglicht uit hunne stellingen terug te trekken, daarom zal ik 2 Bataljons Infanterie van de reserve zenden over Kokkoku naar Kökwanton. Na zonsondergang zal ik 4 Bataljons In fanterie onder Generaal Watanabe zendende hoofdmacht van de Divisie zal blijven waar ze is om den vijand bezig te houden". Tevoren had de Leger-Commandant van den Commandant der Garde Divisie bericht gekregen, dat de vijand sterke heuvelstellin- gen op den rechteroever der Taishika in het front van de Garde Divisie bezette. De Leger-Commandant meende nu dat het onmogelijk was de Garde Divisie uit hare tegenwoordige stellingen de rivier te doen overgaan en besloot daarom die Divisie in de richting van de hoofd macht van het Leger te verplaatsen en na haar aankomst den vol genden morgen met de vervolging van den vijand te beginnen. Ten 8 ure n.m. gaf hij in verband hiermede bevelen aan den Com mandant der Garde Divisie, welke luidden: „Gij laat 1 Bataljon Veld-Artillerie met eenige dekking achter om den vijand in de richting van Söbyoshi vast te houden en komt met de rest Uwer troepen zoo gauw mogelijk te Kökwanton. Na aankomst Uwer Divisie hier ga ik ten aanval vooruit". Den 4den September wachtte het hoofdkwartier van het Leger te Ensliüjo op de aankomst van de Garde Divisie. Er hing een dikken mist, die eerst 11 uur v.m. optrok. Gedu rende dien mist was de toestand in front geheel onbekend. Ten 1 ure n.m. werd van de 2de Divisie bericht ontvangen dat Hbjozan door onze troepen bezet was. Voorts werd nog bericht ontvangen, dat de vijandelijke Artillerie te Sakoton van af den morgen op den Manjuzan aan het vuren was, doch dat het aantal stukken sedert den vorigen dag verminderd was en dat het éde Leger den vorigen nacht de vijandelijke versterkingen te Ryöyö bezet had. De Commandant van het 1ste Leger besloot de vervolging nu aan te vangen en gelastte ten 2.30 n.m.:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 284