83 lste. Het 1ste Leger zal nu de vervolging beginnen; 2de. De 2de Divisie bezet Rojozan met een deel der troepen en trekt met de overige naar Daisancïöka de 12de Divisie zet de vervolging door tot de lijn Daieiyoshi Sho- sandóka 3de. De Watanabe Brigade en het 29ste Regiment Infanterie Kobireserve zullen optreden als Algemeene Reserve van het Leger en dadelijk naar Manjüzan vooruit gaan. (N.B. De Watanabe Brigade begon den 4den September ten 6.30 v.m. te Kwanton aan te komen). De Leger-Commandant zag af van het plan om de Garde in de richting van Kükioanton te doen komen en wilde die Divisie nu de rivier bij Kakeiskü doen overgaan. In verband hiermede gelastte hij ten 5 ure n. m. aan den Commandant dier Divisie: „Uw divisie brengt den nacht in de stellingen door, trekt morgen over de militaire brug bij Kakeishü en moet ten 8 ure v. ra. met het hoofd te Rikaboshin (kaart 8) zijn". Gedurende den nacht bleef het hoofdkwartier van het lste Leger te Kok-wantonden volgenden morgen vroeg (5 September) vertrok het naar Manjüzan. De vijand was reeds aan het terug trekken. Het hoofdkwartier kwam in den nacht van 5/6 Sep tember te Sikwanton. Beweuing van de Garde Divisie. Den 3den September zette de Garde Divisie, zooals reeds werd vermeld, van den heuvel Zuid van Kotogai het Artillerievuur op den vijand voort. Ten 1 ure n. m. werd de instructie van den Chef vaD den Staf voor het Leger om één Brigade naar Kbkwanton te zenden ontvangen. De Commandant der Garde Divisie zond nu de Watanabe Brigade in de richting van de hoofdmacht van het Leger over Tokaen Daiampei en Kokkoku. Aanvankelijk konden slechts 2 Bataljons dier Brigade vertrekken, de overige waren daartoe eerst tusschen 11.30 n. m. en 12.30 v.m. 4 September in staat. Ten 9.30 n. m. werd de Legerorder ontvangen om met de hoofdmacht van de Divisie te Kbkwanton te komen. De Commandant der Garde Divisie besloot nu 1 Bataljon Veld-Artillerie min 1 batterij en 1 zelfstandige batterij benevens

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 285