84 1 Bataljon Infanterie in de stelling te laten om den vijand vast te houden en gaf de order uit dat alle andere troepen den volgenden morgen ten 6 ure bij Böhddai moesten verzamelen. Den 4den September ten 7 ure v. m. vertrok de hoofdmacht der Divisie van Böhodai, het hoofd van de voorhoede kwam ten 4.30 n. m. te Kosöjö aan en vernam daar dat de vijand op den rechteroever der Taishika terugtrok, dat het Regiment Cavalerie de rivier reeds overgetrokken was en de troepen die te Kotogai waren achtergelaten reeds naar Sóbyoshi mar cheerden. De Commandant der Garde Divisie veranderde nu de marsch- richting en besloot op Söbyoshi aan te marcheeren. (N. B. De troepen van Kotögai en de Cavalerie waren op eigen initiatief voorwaarts gegaan, omdat zij bemerkten dat er in front geen vijand meer was). De hoofdmacht van de Garde Divisie kwam ten 8 ure n. m. te Sobyoshi aan en ontving daar de Legerorder om de nacht kwartieren te betrekken. 12 de Divisie. Den 4den September bevond de 12de Divisie zich in hare stellingen en ontving zij daar ten 3.10 n. m. de Legerorder waarbij de vervolging gelast werd. Ten 7 ure n. m. vaardigde de Commandant der Divisie te Gochozan de volgende bevelen uit: Iste. De rechtervleugel verlaat zijn stelling ten 10 ure n. m. en rukt over Shötatsurenkd en de Spoorbaan naar Shükatatsurenkö 2de De linkervleugel verlaat zijn stelling ten 10 ure n. m. en rukt naar Ghüritsuenkd. De rechtervleugel ging ten llure n. m. met het 47ste Regiment Infanterie in 1ste linie voorwaarts en had ten 2.40 v. m West van Daitütsurenko een onverwachte ontmoeting met den vijand. Deze laatste werd na eèn hevig gevecht teruggedreven ten 5 ure v. m, en ten 5.30 v. m. waren de vijandelijke stellingen door onze troepen bezet. De vijand was hier ter sterkte van 1 Brigade Infanterie en eenige mitrailleurs. De linkervleugel rukte ten 11.10 n. m. voorwaarts met het 46ste Regiment Infanterie in 1ste linie. Onderweg het zware geweervuur in de richting van den rechtervleugel hoorende,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 286