B00FD5TUK I Aanleiding tot de expeditie. Nadat de vorst van Gianjar zijn rijk aan het Nederlandsch Indische gouvernement had aangeboden, en dit aanbod was aanvaard, rezen telkens grensgeschillen tusschen dat staatje en de overige zelf besturende rijkjes in Bali. Ten einde aan die geschillen voorgoed een einde te maken, werden in 1902 de grenzen van het gouvernements gebied, in overleg met de zelfbestuurders, afgebakend en de omschrijving daarvan opgenomen in overeenkomsten, welke gesloten namens het gouvernement van Nederlandsch-Indië eener- en de radja's van Badoeng, Tabanan, Bangli en Kloengkoeng anderzijds, bij gouvernements besluit van den 12den April 1903 no. 15 wer den goedgekeurd. Al spoedig bleek de verwachting, dat deze maatregel voor den vervolge oneenigheden tusschen de grensbewoners zoude voorkomen, ijdel te zijn geweest. Nog in hetzelfde jaar ontstond opnieuw een conflict over de waterverdeeling tusschen de Soebaks van de districten Blahkioeh (Gianjar) en Abean-Semal (Kloeng koeng), dat echter door tusschenkomst der Soebakbesturen tot een voor beide partijen bevredigende oplossing werd gebracht. Niet alleen werd hierdoor de waterverdeeling voor de bestaande Soebaks behoorlijk geregeld, maar konden bovendien nog ongeveer 100 bouws tegalvelden worden bevloeid en in sawahs herschapen Ook werd door onze bemoeienis een rationeeler waterregeling getroffen tusschen de Gianjarsche districten Oeboed, Siangan en Blahbatoe onderling, waar eveneens klachten gerezen waren over onbillijke verdeeling van het irrigatiewater. Met het oog op het gering aantal gegevens, waarover het Legerbestuur kon beschikken, werd van de tijdelijke gunstige gezindheid der Balische Vorsten gebruik gemaakt om deze leemte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 321