3 teruggekomen kon worden. De Indische Regeering, zich niet daarmede kunnende vereenigen, trachtte door het zenden van twee oorlogschepen den vorst alsnog te bewegen Haren wensch te eerbiedigen, doch te vergeefs; den 25sten October had de mesatia plaats. Den radja van Tabanan werd de ernstige ontevredenheid van den Gouverneur-Generaal betuigd over het plaats gehad hebbende feit en, met intrekking van het Gouvernements Besluit waarbij de bij zijn optreden als bestuurder gepasseerde akten van ver band en van bevestiging waren goedgekeurd en bekrachtigd, naar aanleiding van het gebeurde van hem geeischt: le. de sluiting van een contract, waarbij hij zich ook voor zijne opvolgers, zou verbinden om de adat van het mesatia af te schaffen en nimmer meer te gedoogen, dat weduwen, hetzij van een lid van diens familie, of van anderen, met het lijk van haren echtgenoot zouden worden verbrand, en: 11e. de zending van een gezantschap, uit een of meer van zijn naaste bloedverwanten bestaande, om den Gouverneur-Generaal verontschuldigingen aan te bieden en vergiffenis te vragen, onder bedreiging dat, bij niet-voldoening aan deze eischen, de radja van zijn gezag ontzet en zoo noodig uit zijn land verwijderd zou worden. Aan de wenschen der Regeering werd gevolg gegeven, ofschoon voor het uitzenden van het gezantschap eerst allerlei uitvluchten werden gezocht. Bij Gouvernements Besluit van 10 Maart 1904 No. 1 werd het betreffende contract goedgekeurd en bekrachtigd, waarna de akte van erkenning wederom aan den vorst werd uitgereikt. Hoewel de zelfbestuurder van Badoeng het tegendeel beweer de, bleek toch uit van verschillende zijden ontvangen mededeelin- gen ten duidelijkste, dat, hangende het geschil met Tabanan, de vorst van dit rijkje, zoowel door bovengenoemden zelfbestuurder, als door dien van Kloengkoeng, was aangespoord geworden om in zijn verzet tegen het Gouvernement te volharden. Hierdoor vestigde zich bij de Indische Regeering de overtuiging, dat het, ten opzichte van Tabanan, verkregen succès niet afdoende zou zijn, zoolang niet in de overige rijkjes van Bali, het gebruik van weduwenverbranding eveneens zou zijn afgeschaft. Te drin-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 323