16
Bangli het terrein waarin het noordelijkste gedeelte der lei
dingen is gelegen, in 1900 op Gianjar was veroverd.
Bij de grensregelingen (contracten van 2 Maart 1902 met
Bangli en 7 October 1902 met Kloengkoeng), bekrachtigd den
12den Apiil 1903, was de instandhouding der irrigatiewerken
ten behoeve van Gianjar verzekerd, en zelfs ten aanzien van
Bangli vastgesteld, dat het door dat landschap in 1900 op Gianjar
veroverde terrein, hierboven bedoeld, weder bij dit rijkje zou
gevoegd worden, wanneer het bezit daarvan door Bangli mocht
blijken schadelijk te zijn voor de irrigatie van de ten zuiden
daarvan gelegen, tot Gianjar behoorende, sawah-vlakten.
Zoodia bericht omtrent bovengenoemde onregelmatigheden
was ontvangen, werd de radja van Bangli dan ook onmiddellijk
op de uit het contract voortvloeiende verplichtingen gewezen
en, daar overtuigend gebleken was dat de vernielingen op
moedwillige wijze door Bangliërs hadden plaats gehad en zelfs
enkelen van hen verklaard hadden op last van hunnen vorst
gehandeld te hebben, werd van dezen gevorderd de leidingen
onverwijld te doen herstellen, terwijl hij verantwoordelijk ge
steld werd voor de geleden en nog te lijden schade.
Ook aan den Déwa Agoeng werd, op grond van het met
hem gesloten contract, opheldering gevraagd aangaande de gecon
stateerde vernielingen op Kloengkoengsch gebied, in 't bijzon
der omtrent die van de Pedjengleiding. Hij beweerde, dat men
hem in lampaksiring niet had kunnen mededeelen welke de-
salieden aan de beschadiging schuld hadden, welk antwoord
den Resident aanleiding gaf, het instellen van een nader on
derzoek ter zake van hem te vorderen.
Alsof Bangli het gouvernement nog meer wilde tarten,
werd, wederom op last van den radja, den 24sten Maart een
inval gedaan in Karangasemsch gebied, aldaar een Koeboe over
rompeld, het huisraad vernield, de woning in brand gestoken en de
eigenaar met een gedeelte van zijn vee gevankelijk medegevoerd.
Uit het gehouden onderzoek bleek, dat de reden van den
inval gezocht moest worden in een grensgeschil tusschen Bangli
en Karangasem, betreffende een 1000 Meter breede strook
grond, gelegen in de nabijheid van de desa Gianjar.
In Februari 1906 had ter zake eene samenkomst tusschen