32
het brood te bereiden, waarvoor de noodige voorbereidingen
waren getroffen; voor de veldapotheek was eene zoodanige
ruimte gereserveerd, dat alle te verrichten werkzaamheden
daarin konden geschieden, zoolang geen behoorlijke opstelling
aan den wal mogelijk zou zijn.
Voor de verdeeling van de troepen en van het materieel over
de schepen wordt verwezen naar de Bijlagen V en VI, terwijl
als Bijlage VII is toegevoegd een „Staat van het aantal en de
capaciteit der sloepen der voor de Bali-Expeditie ingehuurde
schepen."
Als toelichting op eerstgenoemde bijlagen diene, dat de be
zettingscompagnie van Gianjar in den namiddag van den 5den
September 1906 per stoomer „Van Swoll" in gewone dienst
regeling van Batavia naar Soerabaja vertrok, aldaar debarkeerde
en gehuisvest werd, om vervolgens den llden September 's namid
dags met de overige troepen naar Bali te vertrekken.
De „wenken voor colonne- en patrouille commandanten" (bijlage
VIII) werden verstrekt aan de bataljons commandanten en de
chefs der expeditionnaire wapens en diensten.
Voor de observatiecompagnie te Boeleleng werd alsnog be
paald, dat zij van af den löden September zou heschouwd
worden als te zijn op „expeditie," waardoor den officieren en
minderen van die afdeeling dezelfde inkomsten en andere voor-
deelen werden verzekerd, als de overige expeditionnaire troepen-
afdeelingen genoten. Vóór genoemd tijdstip was bedoelde com
pagnie gerekend te zijn op „excursie."
Op den lOden September 1906, des voormiddags om uur
vertrokken de schepen, die de uit West-Java afkomstige expedi
tionnaire troepen enz. naar het oorlogsterrein zouden overbrengen,
van Tandjong-Priok, terwijl het schip dat van Soerabaja de
reis zou aanvaarden, aldaar den llden September des namiddags
om 5| uur het anker lichtte. Aan de oudste troepenofficieren
aan boord van ieder transportschip, was onder verzegeld couvert,
dat eerst na het verlaten van de havens mocht worden geopend,
de bestemming van de schepen aangegeven.