van de landingsplaats naar het bivak te Pabean Saneer. Door dat de baan werd aangelegd op de vrij lage, maar vlakke strandstrook, was zij in zeer korten tijd gereed. Tengevolge van bare minder gunstige ligging werd zij echter enkele dagen daarna, door een springvloed, grootendeels opgebroken of onder het zand bedolven, zoodat men genoodzaakt was haar te ver leggen naar het hoogere terreingedeelte. De aanleg kostte daardoor wat meer tijd en arbeid, doch was ook duurzamer; sedert dien had het vervoer geregeld daarover plaats. In den loop van den dag werden door den aan den Bevel hebber toegevoegden Assistent-Resident proclamatiën onder de bevolking verspreid. Tegen het vallen van den avond werden de veiligheidstroe pen binnen de bivaks teruggetrokken, behalve eene compagnie van het 20ste Bataljon infanterie, die gedurende den nacht aan het zeestrand vertoefde, ter bewaking van een in den avond gestrande stoomsloep van de Marine. Laat in den avond berichtte de poenggawa van Oeboed (Gianjar), dat Badoengers zich in Késiman verzamelden, met het voornemen den volgenden morgen Gianjar binnen te rukken. De nacht van 14 op 15 September ging rustig voorbij; de zoeklichten van de Marine, die de omtrekken der bivaks verlicht ten, maakten den wachtdienst minder vermoeiend. 15 Sept. Den volgenden ochtend ten 6 uur werd bepaald, dat doorgegaan zou worden met het voltooien en zuiveren der bivaks, terwijl alle dwangarbeiders ter beschikking werden gesteld voor y het overbrengen der goederen van de landingsplaats naar de magazijnen. Een compagnie van het 20ste Bataljon zou den hoogterand bezetten ten Noorden van Sanoer, aangeleund tegen dien kam pong, terwijl een marine landingsdivisie stelling zou nemen bij een klapperbosch je ten N. W. van de landingsplaats en één peloton van het 18de Bataljon bij den N. W. uitgang van kampong Sanoer. Korten tijd na het uitzenden dezer troepen kwamen berich ten binnen van de bevolking, dat de vijand het bivak Sanoer aan de West- en Zuidzijde omringde. Tegelijkertijd werd van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 362