44 gelegen, weten te bezetten. Toen dan ook bovengenoemde co lonne het bivak verliet aan de Noordzijde, werd de voorste (le) compagnie met geweervuur uit die poera begroet, waardoor een Eur. korporaal en een Eur. fuselier gewond werden. De le compagnie ging tot den aanval over en verjoeg, op haren linkervleugel ondersteund door een peloton der 2e com pagnie, den vijand uit de poera, hem met vuur vervolgende. Daarna werden de in het gevechtsbevel voorgeschreven plaat sen ingenomen, met dit verschil, dat in plaats van 21/2 com pagnie 3 compagnieën in voorste linie kwamen. Een sectie der 4e compagnie werd als vaste dekking der artillerie aange wezen. Behoedzaam werd met groepen uit de flank, zooveel mogelijk met elkaar in gezichtsverband, in Zuidelijke richting opgerukt. De kleimuren die de erven omgaven werden omgeworpen, ten einde een doortocht voor de troepen te banen. Hier en daar beproefden kleine benden den lansaanval op den troep te doen, welke aanvallen echter afgeslagen werden. Bij een dezer werd een Eur. sergeant levensgevaarlijk gewond, de aanvaller neergelegd. De cavalerie legde in de sawah ten W. van de oprukkende colonne een vijand neer en naar aanleiding van een bericht van haren commandant, dat zich vele gewapenden in kampong Renong verzamelden en een groote bende lansdragers, voor de 2e compagnie uitwijkende, naar die kampong vluchtte, werd aan de artillerie opgedragen daarop het vuur te openen van uit den Westrand van kampong Dlod. Na een 30 tal schoten verdween de vijand, waarop de artillerie wederom bij de colonne werd aangetrokken. Ondertusschen werd door de voorste linie doorgemarcheerd naar den Zuidrand van kampong Dlod. Aldaar kreeg de com mandant der 2e compagnie den last met zijne afdeeling en een peloton der 4e compagnie naar het bivak Sanoer terug te mar- cheeren over de poera's ten Zuiden van Renong en vervolgens door die kampong. Naar een dier poera's, die door den vijand bezet was, had zich het peloton cavalerie begeven, doch bij de nadering daarvan vluchtte de bezetting in Westelijke richting, één doode in het gebouw achterlatende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 364