46
Marschindeeling
VoorhoedeCommandant, de Commandant van het 18e Bataljon,
2 Compagnieën 18e Bataljon,
1 sectie genietroepen.
Hoofdcolonne (tevens marschorde)
1 Compagnie 18e Bataljon,
2 sectiën snelvuurkan ons van 3,7 c.M.,
1 Compagnie 18e Bataljon,
1 sectie genietroepen,
20e Bataljon, dat een peloton als achterhoede geeft.
De compagnie 18e Bataljon vóór de artillerie geeft een pelo
ton als dekking daarvan.
De cavalerie verkent voorwaarts op de rechterflank der co
lonne.
Twee marinelandingsdivisiën en 2 sectiën marine snelvuur-
geschut van 3,7 nemen stelling op den hoogterand, die zich van
de N. W. punt van kampong Sanoer in N. richting uitstrekt
en zullen dat punt om 7 uur 15 m. v m. bezet moeten heb
ben. Zij nemen vijanden, die zich mochten vertoonen in het
terrein gelegen tusschen den Z. rand van Késiman en de kam
pongs Pisah, Kedaton, Kdandis onder vuur en steunen zoo mo
gelijk de colonne bij haren opmarsch.
Afmarsch 7 uur v. m. voor het geheel.
Ik bevind mij aanvankelijk aan het hoofd der hoofdcolonne.
Twee ordonnansen bij mij en bij elk der bataljonscommandanten.
Ten 7 uur v. m. uitgerukt, volgde de colonne den weg Sa-
noer-Tandjoengboengkak tot aan het punt, waar de weg naar
Renong afbuigt, nadat te voren op evengenoemden hoogterand
de eerste seinpost was opgericht, die onder dekking van de
marinetroepen bleef. Tot aan de waterleiding ten W. van Sa
noer bleek de weg breed en goed begaanbaar te zijn daarna
ging hij over in een smal voetpad, op tal van plaatsen door
moeilijk te passeeren waterleidingen gesneden. Het neventer
rein was begroeid met hoog opgeschoten suikerriet, djagong en
tabak; hier en daar afgewisseld door natte sawahs.
Op een hoogterug ten Z. O. van Tandjongboengkak werd, op
-f 500 M. van den kampongrand verwijderd, gemeenschap ver-