52
B. Order voor den 19den September 1906.
1. Vóór het uitrukken worden het ontbijt en morgenmaal
verstrekt, waarvan een deel word medegevoerd bij den man.
2. In den algemeenen trein vivres voor 4 dagen voor de
colonne.
3. Bij den gevechtstrein van elk der infanteriekorpsen 15
draagbare munitiekisten (2 mansvracht) waarvoor tijdig 1 man
doer en 30 koelies uit den algemeenen trein te verstrekken.
4. Bij den gevechtstrein van iedere sectie genietroepen ex
tra mede te voeren:
10 stormladders waarvoor 15 koelies
10 brandhaken
Springgelatine en handgranaten
Bij den bagagetrein
Een mangintoestel waarvoor 4 koelies.
5. Bij den gevechtstrein der artillerie:
handgranaten, waarvoor 10 koelies en 4 vestingartilleristen.
6. Uitrukken in volledige veldtenue; voor één avondmaal
noodration bij den man.
7. Per bataljon twee slagers aanwijzen, die bij den bagage-
trein marcheeren.
In de beide strandbivaks te Pabean Sanoer en Sanoer, bie-
ven, onder bevel van den Commandant der landingsdivisiën, de
kapitein-luitenant ter zee W. Houwing, aan troepen achter:
twee landingsdivisiën
een sectie snelvuurgeschut van de marine;
een compagnie 20ste Bataljon infanterie
de houwitserbatterij van de landmacht en
een sectie genietroepen.
.Nadat op het vastgestelde uur in bovenstaande volgorde was
afgemarcheerd, ontving het hoofd der colonne, toen dit de Toekad
Ajoeng naderde, vuur van de overzijde der rivier van af een
hoogterug gelegen in kampong Tangfoe. Hierdoor werd een Eur.
fuselier niet levensgevaarlijk gewond.
Twee compagnieën van het 11e Bataljon gingen de rivier over
en verdreven den vijand. Zij vervolgden hem echter zoover in
het bedekte terrein in de richting van desa Biaoeng, dat het