55 het eerst dienst deed bij de colonne. Voor het opladen der paarden waren niet minder dan 6 uren noodig geweest. Het zwaar bedekte terrein maakte het niet mogelijk den juisten omvang van 's vijands verliezen vast te stellen; een tiental gesneuvelden vielen in onze handen. In den namiddag werden van de bevolking een veertiental gewonden aangebracht, waarvoor geneeskundige hulp ingeroepen werd. Aan dit ver zoek werd voldaan. Aan onze zijde waren nog door randjoes niet levensgevaar lijk gewond een Eur. sergeant, een Eur. tamboer, twee Eur. fuseliers en een Inlandsch fuselier, bovendien 2 cavaleriepaarden. Buit gemaakt werden 6 Br. voorlaadkanons, waarvan 2 op rolaffuit, 2 Br. lila's, 2 Br. walgeweren, 24 voorlaadgeweren, lansen, blanke wapens en eene groote hoeveelheid buskruit, terwijl door de kampongbevolking 26 voorlaadgeweren werden ingeleverd. Twee, van de O. I. compagnie afkomstige, voorlaad- kanonnen op bruikbare veldaffuiten, werden op den weg vóór de poeri aangetroffen. Hieruit waren onze troepen bij den op- marsch naar de kampong beschoten geworden, zooals uit de aanwezigheid van versch kruitslijm in de ziel dier vuurmonden kon worden afgeleid. Om 9 uur 's avonds werd gemeld, dat de vorst van Dènpasar met eene groote macht het bivak zou aanvallen en zich reeds te Semeta bevond. De nacht ging evenwel rustig voorbijde hou witsers bleven Dènpasar beschieten, terwijl den volgenden och tend van 7 tot S uur ook de Marine aan die beschieting deelnam. 20 Sept. Voor den aanval op Dènpasar werden in den naavond van den 19den September de volgende bevelen uitgevaardigd I. Morgen wordt opgerukt naar Dènpasar, waar, volgens berich ten, de vorst zich hardnekkig zou willen verdedigen. II. Tot aan de Westelijke grens van Kesiman geeft het 18e Bataljon één compagnie rechts en één links van den weg, beide daaraan aangeleund. De overige troepen volgen den weg in onder staande volgorde: 2 compagnieën 18e Bataljon, het 11e Bataljon, de snelvuurbatterij, de cavalerie,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 375