- 56
de marinelandingsdivisie,
één compagnie 20ste Bataljon.
De sectiën genietroepen ingedeeld bij de bataljons (11e en 18e).
III. Het binnenrukken van Dènpasar en de opmarsch tegen
de poeri geschiedt in de volgende formatie.
Het 18e Bataljon met 2 compagnieën in le linie Oost van den
weg Tanggoentiti-Dènpasar, het 11e Bataljon op gelijke wijze
West van dien weg.
Deze gevechtsformatie wordt aangenomen nabij den Westrand
van Semeta; het van front veranderen moet geschieden door
uitschuiven en in onderling verband.
De opmarsch naar het Zuiden wordt niet aangevangen, voor
dat beide korpsen op de voorgeschreven wijze naast elkaar zijn
opgesteld.
Kapitein Schutstal van Woudenberg bij het 11e, Kapitein van
Genderen Stort als stafofficier bij het 18e Bataljon.
IY. De artillerie ondersteunt zoo noodig opmarsch van beide
korpsen naar N.O. zijde Dènpasar, volgt daarna bij reserve.
V. De cavalerie dekt bij dien opmarsch de linkerflank van de
infanterie en neemt daarna stelling aan den N.O. rand van
Dènpasar, om tijdig kennis te kunnen geven van eventueel in
den rug der colonne verschijnende benden.
VI. Ik bevind mij bij de reserve (marinelandingsdivisie en
1 compagnie van het 20ste bataljon) die den grooten weg volgt.
VII. De trein blijft voorloopig achter onder dekking van
twee compagnieën van het 20ste bataljon. Mondeling werd
haar opgedragen, om na den afmarsch der troepen zich in de
poeri te Kesiman op te stellen.
VIII. Uur van afmarsch 7 uur v. m.
Dit laatste, vrij gevorderde uur, hield verband met den last
aan de marine en de houwitserbatterij verstrekt, om van 7- 8
uur v. m. de hoofdplaats onder artillerievuur te houden.
Op het vastgestelde uur afgemarcheerd, bewoog de colonne
zich langzaam voorwaarts, doordat de beide, aan weerzijden
van den weg marcheerende compagnieën vrij veel tijd behoefden
om zich door en over de muren een weg te banen.
De sectiën genietroepen aan de bataljons toegevoegd, waren
op dezelfde wijze uitgerust als bij den opmarsch tegen Kesiman.