58
in gesloten groepen, naar den Oostrand van Dènpasar op en zette
zich daar vast.
De linkervleugel compagnie (2e compagnie 18e Bataljon) sloeg
op dat punt een lansaanval af van een drom Baliërs, die haar,
door de met hoogopgaande gewassen begroeide velden, trachtte
te naderen. Op den rechtervleugel ondervond de 2e compagnie
11e Bataljon vrij hevigen tegenstand bij het oprukken tegen een
nabij den kampongrand gelegen poera, waaruit de verdedigers
herhaaldelijk aanvallen met het blanke wapen ondernamen. Toen
ten slotte eene sectie van die afdeeling de laatst overblijvenden
sommeerde om de wapens neer te leggen, drong onverwachts
een drietal vijanden op den sectiecommandant in, en zou dezen
vermoedelijk hebben verwond of gedood, ware niet een inlandsch
fuselier tijdig terhulp gesneld. Deze laatste- moest zijn dappere
daad bekoopen met een ernstigen krissteek in de borst.
Inmiddels werd uit Zuidelijke richting van uit den kampong-
rand gevuurd op de cavalerie en de reserve, doch dit vuur werd
spoedig tot zwijgen gebracht. Eene poging om aldaar lilla's in
batterij te brengen, werd door evengenoemdeafdeelingen verijdeld.
Aangezien het Noordelijk zeer bedekte gedeelte van den kam
pong nog door tal van vijanden bleek te zijn bezet, achtte de
commandant van het 11e bataljon het noodzakelijk deze hieruit
te verdrijven, alvorens verder in W. richting op te rukken.
Hij deed daarom te 9 uur 30' v. m. aan den commandant van
het 18e bataljon het verzoek de voorwaartsche beweging tijdelijk
te staken, welk laatste korps hierop stelling nam aan den lsten
Noord-Zuid loopenden dwarsweg, terwijl de artillerie en de
reserve langs den hoofdweg tot in den kampong oprukten, de
cavalerie zich naar de Noordzijde daarvan begaf.
Nu en dan gaf de artillerie enkele schoten af op gewapenden,
die zich op den hoofdweg vertoonden, terwijl omstreeks 10£
uur v. m. door de voorste korpsen de opmarsch werd voortgezet.
Ongeveer een half uur later bewoog zich een groote drom, in
het wit gekleede, gewapenden, door voorvechters voorafgegaan,
over den weg DènpasarTanggoentiti in Oostelijke richting.
Ook daarop openden de artillerie en hare dekking het vuur,
zonder dat hierdoor een waarneembare aarzeling bij den vijand
werd veroorzaakt.