59
Zoodra het 18e bataljon infanterie den lsten dwarsweg in Z.
richting had overschreden, werd, in den rug der voorste linie,
op den linkervleugel eene, op eene hoogte gelegen, bezette poera
ontdekt. Hiertegen werd een peloton van de reserve (4e com
pagnie) gedirigeerd, hetwelk echter, om zich niet van het hoofd
doel, den opmarsch tegen de poeri te laten afleiden, de opdracht
ontving den Noordelijken muur van de poera te bezetten, totdat
het geheele korps haar zou zijn voorbijgetrokken, doch verder geen
pogingen aan te wenden, om zich het bezit van het gebouw te ver
zekeren. Tengevolge van deze, minder juiste, lastgeving van
een der ondergeschikte officieren, werd later, nadat de opmarsch
naar het Zuiden was aangevangen, en de linkervleugel van de voor
ste linie bedoelde poera voorbijtrok, door een daaruit onverwachts
te voorschijn komende Baliër een Euronderofficier, door een
lanssteek doodelijk verwond.
De zwenking van dit korps naar het Zuiden, toen het in de
nabijheid van den weg naar Tanggoentiti was gekomen, had
voor het linkergedeelte, zonder bezwaar plaats. De rechter com
pagnie der voorste linie (le compagnie) bevond zich echter in een
dicht complex van muren en erven, waar zich tal van, met geweer
en lans bewapende, Baliërs ophielden. Hiertegen werd alleen door
middel van handgranaten of met de bajonet opgetreden, uit vrees
dat af te geven geweervuur de afdeelingen van het 11e Bataljon
zou kunnen treffen, die, blijkens het hevige schieten, in de on
middellijke nabijheid in gevecht waren gewikkeld. Het duurde
daardoor geruimen tijd, voordat deze compagnie in dit kampongge
deelte hare taak had volbracht; intusschen had de korpscom
mandant hare plaats in de nieuwe aanvalsrichting doen innemen
door een der reserve-compagnieën (4e), en werd de le compagnie
tot reserve bestemd. Yan de groote popotan, die zich over den
weg vóór de gevechtslinie langs had bewogen, was bij het 18e
Bataljon niets bemerkt geworden.
Het 11e Bataljon Infanterie had, nadat de voorwaartsche be
weging weder was aangevangen, betrekkelijk snel terrein naar
voren gewonnen alleen had de voorste linie hier en daar enkele
kleine lansaanvallen te doorstaan gehad. Toen een gedeelte van
den linkervleugel dezer linie op den weg naar Tanggoentiti on
geveer ter hoogte van Djro Tainsiap deboucheerde, werd dit aan-