63 de artillerie den last gegeven 's vijands vuur tot zwijgen te brengen; zij stelde zich daartoe nabij dat kruispunt op, doch was hiermede nog niet gereed, toen ook aan die zijde een popotan ondernomen werd door de vorstenfamilie van Pametjoetan. Het tooneel, een paar uren te voren afgespeeld, herhaalde zich met dit onderscheid, dat hier de afstand van de aanvallers tot de troepen grooter was, waardoor het grootste gedeelte der zich ten doode gewijden, door artillerievuur werd neergelegd. Slechts zij, die langs de muren sluipende, de troepen trachtten te naderen, werden door de infanterie neergeschoten. Ook hier wilde men van geen overgave weten; ook nu werden de gewonden gekrist, terwijl velen zich zelf op deze wijze ten dood brachten. Toen een groot aantal strijders gevallen was, rukte het 18e bataljon met drie compagnieën in voorste linie, welke op en aan weerszijden van den weg marcheerden, naar de poeri Pame tjoetan op. Hoewel met de uiterste behoedzaamheid terrein gewonnen werd veroorzaakten de voortdurend uit hinderlagen ondernomen lansaanvallen van kleine benden, soms van enkele vijanden, ons meer verliezen, dan wij in den voorafgeganen strijd hadden geleden. Tijdens dezen opmarsch ging ook de poeri van Pametjoetan in vlammen op. Het 11e bataljon was intusschen, nagenoeg zonder verzet te hebben ondervonden, de Toekad JBadoeng overgetrokken, en had zich daarna tijdelijk op en nabij het kruispunt van den in Z. richting naar de poeri Pametjoetan voerenden weg opgesteld, om niet te geraken in het vuur van het 18e Bataljon en de artillerie. Beide korpsen bereikten ongeveer gelijktijdig, 4 uur30'n.m., het vorstenverblijf, dat op dat tijdstip in lichte laaie stond; hierin door te dringen was niet mogelijk, aan blusschen viel niet te denken vooral ook daarom niet, wijl het vuur zich snel had uitgebreid en reeds meerdere huizen ten O. van de poeri aan weerszijden van den weg, in brand waren geraakt. Nadat het lijk van den vorst van Pametjoetan was gevonden, werden de troepen uit het brandende complex teruggetrokken, met het voornemen het bivak te betrekken in en om de poeri Dènpasar, alwaar de brand aanmerkelijk scheen verminderd te zijn. Het onmiddellijk bij aankomst aldaar ingestelde onderzoek,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 383