73 ten, stelde hij, na kort beraad met zijne familieleden, de regeling van zijn lot en dat zijner naaste bloedverwanten in handen van het gouvernement, waarbij hij de gunst afsmeekte, dat de Regeering hem zou toestaan in zijn land te mogen blijven. Nadat hem was medegedeeld, dat ook in dit opzicht het door de Regeering te nemen besluit door hem moest worden afgewacht, en hem duidelijk was gemaakt dat, behalve de verzekering van lijfsbehoud, geen enkele toezeg ging kon worden gedaan, onderwierp hij zich ten slotte, met zijn familieleden, onvoorwaardelijk aan den eisch door den be velhebber gesteld. Een verzoek van den vorst om nog voor twee dagen naar Tabanan terug te mogen keeren, werd afgewezen. "Wel werd hem toegestaan, zich naar Dènpasar, waarheen hij zou worden overgebracht om ter beschikking van den Regeeringscommis- saris te blijven totdat de Regeering omtrent hem eene beslis sing zou hebben genomen, te doen vergezellen door enkele poeng- gawa's. "Verder werd hem opgedragen, den terugkeerenden grooten, w. o. de rijksbestierder, van bevelen te voorzien voor de inlevering der vuurwapenen en het bewaken zijner poeri, welke laatste de bevelhebber voorloopig wenschte te doen blij ven in den toestand waarin zij zich bevond, in verband waar mede zij ook niet door de troepen zou worden betrokken. Onverwijld werd aan den Regeeringscommissaris bericht van het voorgevallene gezonden en den bivakcommandant te Dèn pasar opgedragen, in de poeri aldaar een geheel vak in gereed heid te doen brengen en ter beschikking te stellen van den vorst en diens familieleden, deze grooten met de meeste onderscheiding te behandelen, en de bewaking zoodanig te doen geschieden, dat den vorstelijken personen daardoor geen overlast aangedaan of hunne vrijheid van beweging in het hun aan te wijzen ver blijf beperkt zou worden. Tevens werd voor den commandant der scheepsmacht het be vel overgebracht, om met de vloot naar de reede van Sanoer terug te keeren. Om 9 uur 30' v.m. vertrokken de vorstelijke personen naar hunne bestemming. Zij werden begeleid door den Assistent-Re sident, terwijl verder twee compagnieën van het lie Bataljon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 393