80 beteren. Vooral raarschen in een richting dwars op den loop der ra vijnen, die zich allen van Noord naar Zuid uitstrekken, eisch- ten voortdurend groote inspanning, niet alleen omdat deze laatsten meestal diep ingesneden zijn en steile wanden hebben, maar voornamelijk ook omdat hun aantal buitengewoon groot is. Zelden bleek de afstand tusschen twee opvolgende ravijnen meer dan een kwart uur gaans te bedragen. Dat het groote verval der rivieren oorzaak kon zijn van eene tijdelijke verbreking der gemeenschap ondervond een der naar het bivak terugkee- rende afdeelingen bij het overtrekken van de T. Empas. Plot seling werd deze troep gedurende dien overtocht door een ban djir overvallen, en had men niet te voren een touw over de rivier gespannen, dan zouden ongetwijfeld degenen die zich op dat oogenblik daarin bevonden, den oever niet meer bereikt hebben. In tegenstelling met hetgeen in Badoeng was waargenomen hadden de hoofdplaats en de naaste omgeving daarvan een ver vallen en armoedig aanzien. Naarmate men zich echter van de standplaats van den vorst verwijderde, scheen te oordeelen naar het voorkomen der kampongs de welvaart der bevolking toe te nemen. In het bijzonder bleken de kampongs Marga en Blajoe, in mindere mate ook Kediri en Krambitan, uit te mun ten door ruime, goed onderhouden erven en wegen, door prachtige poera's en sierlijken aanleg. Ook bleek de vruchtbaarheid van den bodem in het door ons bezochte gedeelte niet voor die van Badoeng onder te doen; de te velde staande padi beloofde een overvloediger! oogst. Met piimitieve middelen was het noodige bevloeiingswater, op kuns tige wijze, zelfs naar moeilijk bereikbare terreinen gevoerd, zoodat nagenoeg geen braak liggende, of met hout beplante gedeelten werden aangetroffen. Alleen werden hier en daar, meest al op de hellingen van heuvels, alang-alang velden waargeno men, die in 't bijzonder werden onderhouden, omdat deze grassoort veelal wordt gebezigd bij den bouw van woningen. In het gedeelte ten Noorden van den weg Tabanan-Megati, werden meerdere, naar het N. voerende wegen en tal van kam pongs aangetroffen, die niet op de schetskaart waien aangegeven. Terwijl de hoofdmacht zich in Tabanan ophield, werd het naar het Noorden uitspringende N. W. gedeelte van Badoeng afge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 400