S3 Ingevolge de hiervoor vermelde bevelen, begaven zich twee compagnieën van bet 18e Bataljon infanterie, onder bevel van den korpscommandant, den 3en October op marsch naar Dèn- pasar. Vergezeld door den Assistent-Resident vertrok ook de Regeeringscommissaris op denzelfden dag daarheen. In den avond van den 4den October deed laatstgenoemde aan den bevelhebber het verzoek, om gelijktijdig met de overhan diging van de aan de vorsten van Bangli en Kloengkoeng te stellen eischen, een vlootdemonstratie tegen laatstgenoemd land schap te doen houden, ten einde daardoor aan onze eischen kracht bij te zetten. Onverwijld werden hiervoor de noodige bevelen gegeven, zoodat op den volgenden dag met Hr. Ms. „Her tog Hendrik", „de Ruijter", „Zeeland", „Mataram" en „Flores", de eenige schepen die beschikbaar waren, aan het verlangen van den Regeeringscommissaris kon worden voldaan. Den 6en October werden de bevolen troepenverplaatsingen uitgevoerd, en keerden de gedebarkeerde marineafdeelingen naai de onderscheidene schepen terug. Over het algemeen was de bevelhebber over hunne verrichtingen aan den wal tevreden, tot moeilijkheden had het gebruik dezer troepen nimmer aan leiding gegeven. Zoowel bij marschen en patrouilles, als tijdens het verblijf in de bivaks had hun optreden niets te wenschen overgelaten, en, instede van een last te zijn, zooals bij vroegere gelegenheden wel eens het geval was geweest, had integendeel hunne aanwezigheid er toe bijgedragen om de taak der expedition- naire troepen te verlichten. Noch bij de gewone diensten, noch bij het inrichten der bivaks hadden zij getoond minder geoefend te zijn dan de landtroepen, hetgeeD voor een deel op rekening moet gesteld worden van de oordeelkundige leiding der vooroefe ningen, die door den vlootvoogd op de kust van Lombok waren gehouden. Dien dag kwam, met behulp van de inlandsche militairen en van de bevolking, het nieuwe bivak te Tabanan zoover gereed, dat het door de bezetting kon worden betrokken. Om 4 uur in den namiddag arriveerde de bezettingscompagnie van Boeleleng. Zij was den 4en t. v., om 3 uur n. m. afgemar cheerd en had den nacht doorgebracht te Gitgit. Den volgenden dag om 5 uur den marsch hervattende, werd oin 12 uur's mid-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 403