- 97
Dienovereenkomstig luidde het marschbevel voor den 24sten
October als volgt:
„Uur van afmarsch 7 uur v.m.
Te volgen weg: Peteloean-Tlikoep-Bandjarangkan-Takmoeng-
Kloeng-koeng.
Marschindeeling:
Voorhoede: 1 compagnie 18e Bataljon,
1 sectie genietroepen.
Hoofdcolonne: 2^ compagnie 18e Bataljon.
Paardentrein met vivres voor 8 dagen volgt onder dekking
van J compagnie 18e Bataljon.
De noodige paarden Ier beschikking stellen voor het mede
voeren van het imitatieleder.
Ik bevind mij aan het hoofd der hoofdcolonne".
Gedurende den marsch werden nog al bezwaren ondervonden
bij het overtrekken van het zware ravijn van de T. Boeboeh.
De troepen kwamen om 10^ uur v.m., de paardentrein om 12J
uur n. m. te Kloengkoeng aan. Laatstgenoemde werd, na afge
laden te zijn, afgedankt en over land naar Boeleleng terugge
zonden.
Bij aankomst ter hoofdplaats werden de troepen verwelkomd
door Tjokorda Raka. De groote weg was afgezet door staat
sielansdragers, op het voorplein der poeri deed de gamelan zich
hooren en werden eereschoten gelost.
Twee compagnieën infanterie werden ondergebracht in de
hanenklopbaan en twee vrij ruime loodsen ten O. van de hoofd-
poeri gelegen, terwijl voor de beide andere compagnieën en de
genietroepen barakken werden opgericht op het plein ten N. en
N. O. van het Vorstenverblijf. Het hoofdkwartier werd onder
gebracht in den voorhof der poeri van Tjokorda Raka, die aan
de N. W.-zijde van bedoeld plein grenst.
Daar bamboe in voldoende hoeveelheid aangebracht werd, wa
ren de troepen voor het invallen der duisternis, met behulp van
het medegevoerde imitatieleder, behoorlijk onder dak. Dit bleek
geen overbodige voorzorg, daar het den geheelen avond en nacht
stortregende.
Een voor den 25sten October bevolen tocht naar Koesambé
kon niet doorgaan, wegens hevigen bandjir in de T. Oenda. In
7