Bijlage II. Oüerzidit Dan de uilrusting der expeditie. A. Munitie. a. Infanterie. Scherpe patronen No. 1. Bij den man. 100 stuks. In het veldpark der artillerie 150 stuks per geweer. Munitiedepot. 100 n Beide laatste voorraden verpakt in petroleumkisten, inhou dende vier dichtgesoldeerde blikken elk 500 patronen bevattende. In de blikken zijn de patronen verpakt in doozen van 50 stuks, voorzien van een lus om ze op te hangen. Gewicht der blikken 15 K. G. Scherpe patronen No. 3. Bij den man. 18 stuks. In het veldpark der art. 18 stuks. b. Artillerie. Snelvuurbatterij van 3.7 c. M. Bij de batterij 32 munitiekisten, elk bevattende 20 patronen, vervoerd op 16 draagpaardentotaal bij de batterij 640 patronen. In het veldpark der artillerie 2360 patronen. Houwitserbatterij van 12 c. M. Bij de batterij. 323 G. 173 G. K. T. 538 proj. 42 K. In het veldpark der artillerie. 477 G. 227 G. K. T. 742 38 K. Totaal 1280 proj. Kanons van 7.5 c.M. A. In het veldpark. Een voorraad G. K. T. voor 't geval ditlan- dingsgeschut van de Marine aan den wal mocht worden gebezigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 430