Bijlage VI. Voorschriffen in acht ie nemen bij de inscheping der expeditie naar Bali, 1. Personeel en dieren worden over de onderscheidene vaar tuigen verdeeld zooals in de bijgevoegde staten is aangegeven. Voor de detail-uitvoering zorgen de betrokken afdeelingscom- mandanten. 2. De in te huren schepen bevinden zich twee dagen voor het vertrek op de havenplaatsen. De inscheping van materieel enz. kan op die dagen geschieden, en moet tijdig vóór hetem- barkement der troepen zijn afgeloopen. Voor het vervoer per spoor naar de havenplaats van de te Tandjong Priok in te schepen militairen enz., is door de Militaire Spoorwegcommissie in overleg met de betrokken maatschappij eene regeling ontwor pen, die hierbij aan den betrokken afdeelingscommandant wordt gezonden. 3. De commandeerende officieren van bereden troepen zullen zich tijdig overtuigen van de goede inrichting der stallen aan boord, en de aanwezigheid eener voldoende hoe veelheid fourage 4. Aan boord van elk troepentransportschip wordt voor het daarop over te voeren personeel voor 2 dagen noodrations ge laden. Verder wordt op het s.s. Camphuijs voor de geheele expeditionnabe macht een voorraad vivres geladen voor de be hoefte van 4 dagen, een voorraad brandhout en hooi. Een en ander geschiedt, door de zorg van de Intendance, die tevens maatregelen treft voor het medenemen van het benoodigde aan tal slachtossen, om te voorzien in de behoefte voor 2 dagen- 5. Het verder mede te voeren materiaal enz. wordt over de schepen verdeeld als hieronder is aangegeve u. Voor de inlading daarvan zullen de Wapen- en Dienstchefs de noodige bevelen uitvaardigen. De munitie onder h genoemd, zal, door de zorg van den oudsten troepenofficier aan boord der verschillende schepen worden ingenomen, onmiddellijk nadat de inscheping der troepen zal zijn afgeloopen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 442