127 men nimmer de noodzakelijke maatregelen te nemen voor de veiligheid, om steeds een offensief optreden mogelijk te maken, en de gemeenschap in de legerplaats te verzekeren. Moeten daartoe opruimingen plaats hebben, dan geschieden die steeds in overleg met het dorpsbestuur, indien dit aanwezig is. Bij den aanval op bewoonde oorden, moet in het bijzonder ook de aandacht gewijd worden aan de boomen, waarin Bali- neesche schutters zich veelal verschuilen. Zelfs komt het voor? dat deze daarin worden vastgebonden en wel zoodanig, dat zij op eenigen afstand niet kunnen worden opgemerkt, liet zal daarom in de meeste gevallen aanbeveling verdienen, ook eenige salvo's door de boomen te jagen. 3e. Bij het doorzoeken van woningen kan het wenschelijk zijn van lage ladders gebruik te maken, waarmede men over de kleimuren kan zien, die de binnenruimte der erven omsluiten. 4e. Gidsen, tolken en spionnen, die nagenoeg allen betrokken worden uit streken aan ons gezag onderworpen, moeten goed worden behandeld, doch tevens onder behoorlijk toezicht wor den gehouden. 5e. Buitgemaakte wapens, kostbaarheden en goederen moe ten worden ingeleverd. Wanneer het medevoeren daarvan moei lijkheden zou veroorzaken, kunnen buitgemaakte wapens ook vernietigd worden. Steeds behoort omtieut eene dergelijke han deling evenwel rapport te worden uitgebracht. 6e. Aan de besolking wordt bekendgemaakt, dat het dragen en gebruiken van een vuurwapen aanleiding geeft, om als vijand beschouwd en behandeld te worden. Voorts, dat het dragen van blanke wapens alleen geoorloofd is, na verkregen schriftelijke vergunning van den bevelhebber. Deze vergunning moet steeds, op verlangen van troepencom mandanten, worden vertoond. Bij overtreding van dit verbod ontwapene men den drager en voere hem als krijgsgevangene mede. In den aanvang der expe ditie make men echter van deze bepaling een oordeelkundig gebruik. 7. Ook zal de goedgezinde bevolking aangezegd worden, hare vredelievendheid te toonen door het duidelijk zichtbaar uitsteken van eene witte vlag nabij den ingang der desa, en het zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 447