Dagorder, Bijlage IX. Officieren, Onderofficieren, Soldaten en schepelingen. Op heden heb ik mij aan Uw hoofd gesteld, tot het bestrij den van een vijand, ons uit vroegere aanrakingen voldoende bekend. Sterk door den goeden geest die U bezielt, de toewij ding en plichtsbetrachting waarvan Gij meermalen blijken gaaft, aanvaard ik met vol vertrouwen den ons opgedrongen strijd. Het is echter mijn uitdrukkelijk verlangen, dat de oorlog uitsluitend gevoerd worde tegen diegenen, welke zich gewapen derhand zullen verzettendat steun en bescherming verleend worde aan hen, die zich onder onze hoede zullen stellen en dat gespaard zullen worden zij, die tot verderen strijd onbe kwaam zijn. Onthoud U van elke daad, die wapeneer zou kunnen bezoe delen, en dan zal, wanneer de veldtocht zal zijn geëindigd, de bevolking zich ongetwijfeld met vertrouwen onder ons gezag stellen en niet verbitterd zijn door Uw optreden. En thans met voortvarendheid onze taak aangevangen. „Leve de Koningin." Reede Sanoer, den 13en September 1906. De Generaal Majoor, Adjudant in B. D. van H. M. de Koningin Bevelhebber der Bali-expeditie. Rost van' Tonningen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 449