Bjilage XIII
maatregelen tot beueiliging nan het biüafe Gianjar, en tegen
enentueele pogingen tot nerrassing daarnan.
In het belang der veiligheid, zal de hoogte ten O. van het
bivak, op 100 M. daarvan verwijderd, ten Z. van den weg
naar Sidan dag en nacht door een groep worden bezet. Voor deze
bezetting behoort aldaar een schuilplaats te worden gemaakt.
Bij eene beschieting van uit de poeri of eene poging tot ver
rassing van het bivak van daar uit, zullen de 4e compie 11e
Bat. en de bezettingscompagnie van Gianjaronverwijld den
voorhof van die poeri bezetten en gesteund door de genietroepen
daarin verder doordringen, wanneer dit door voortgezette vijan
delijkheden noodig wordt geacht, moetende daartoe zoo moge
lijk, bevelen van den bevelhebber worden gevraagd. Bij beschie
ting of een poging tot verrassing van andere zijde, wordt door
de afdeeling aan die zijde gebivakkeerd, het noodige verricht
om zich te verweren, den vijand te verjagen en achterna te zetten.
Bij het innemen van de alarmstelling in beide gevallen, zal
de bezettingscompagnie van Boeleleng stelling nemen op den weg
naar Gitgitde naast haar bivak gelegen poera bezetten en een
detachement afzonderen tot bewaking van het vivresmagazijn.
Het 18e Bataljon treedt aan op het plein waar het gebivak
keerd is; bezet de nabijgelegen muren en de wegen in de nabij
heid van het bivak, die in Z. richting naar Lebih en in W. rich
ting naar Bebitra voeren.
Het 20e Bataljon treedt aan op de plaatsen waar het gelegerd
is; werpt zoo noodig de aan weerszijden van den weg aanwezige
muren om en blijft daarbij in stelling tot nadere bevelen volgen.
Het versterkt de groep, die op de hoogte ten 0. van de desa
is opgesteld tot een peloton daarbij sluiten zich de snelvuur
batterij en de cavalerie aan.
De trein dekking houdt stand in de haar aangewezen bivak
ruimte en wordt zoo spoedig mogelijk door een compagnie 18e
Bataljon versterkt.