136 -
Aldus opgesteld worden door de troepen nadere bevelen afge
wacht, tenzij onmiddellijk handelen door de omstandigheden
geboden wordt. Kan geen verbinding met den bevelhebber
worden verkregen, dan trachten de afdeelingen elk op zich zelf,
zoo noodig, te verzamelen op en nabij de heuvels ten Oosten
van het bivak.
In verband met het vorenstaande, worden de genietroepen
verplaatst naar het gedeelte v/h bivak 20e Bataljon dat aan den
poerimuur is gelegen, en in het meest oostelijke gedeelte van
het bivak vervangen door een peloton van laatstgenoemd korps.
Nauwlettend moet gewaakt worden tegen het onvoorzichtig
omgaan met vuur. In elk bivakgedeelte behoort steeds het noodige
voorradig te zijn, om een uitbrekenden brand te kunnen blus-
schen en zullen steeds enkele wachthebbenden bij de hand
moeten zijn.
Neemt een brand, hetzij uit onvoorzichtigheid dan wel uit
kwaadwilligheid ontstaan, zoo'n omvang aan, dat blusschen niet
mogelijk is en de troep gevaar zou loopen, dan behooren de
korpsen in goede orde en voorzien van wapening en uitrusting
terug te trekken op het terrein gelegen ten Oosten van ue desa
en daar te verzamelen. Gaat de brandstichting gepaard met,
of wordt zij gevolgd door vijandelijkeden, dan moet naar om
standigheden gehandeld worden op een der bovenaangegeven
wijzen.
De bevelhebber
Rost van Tonningen