Met het zelfbestuur hadden op beide dagen uitvoerige be sprekingen plaats. Naar aanleiding van de inlichtingen daardoor en op andere wijze verkregen, gaf ik bevel, dat den 19den Februari om 1 uur voormiddag, de 5 brigades maréchaussée met ambulance en trein naar het binnenland zouden oprukken, ten einde de versterkte kampong Ngali aan te vallen en te nemen 1). De Commandant van H. M. Siboga werd uitgenoodigd zijn landingsdivisie op volle sterkte des morgens om 3 uur te debarkeeren en daarmede op te rukken naar de kampong Tente, ten einde dien kampong en het daarbij gelegen heuvelterrein te bezetten en te beletten, dat bij den aanval op Ngali de aaiivalscolonne op haar linkerflank werd bedreigd, en om het eventueel uitwijken van de verdedigers van dien kampong in Westelijke richting tegen te gaan. De maréchaussée-colonne, waarbij ondergeteekende zich bevond, vergezeld van den Civiel Gezaghebber Banse en eenige Bimasche landsgrooten, marcheerde op het voorgeschreven uur af en bereikte om 8 uur voormiddag kampong Nata 1). De bevolking was in de kampong aanwezig, maar bleek ongenegen eenige inlichting te geven omtrent den toestand te Ngali. Daar blijkens te voren van verschillende zijden ontvangen berichten, van Nata een pad door het gebergte zou leiden, waarlangs een colonne gemakkelijk in 3 uur zou kunnen komen voor den Oostelijken ingang van Ngali en op den ver- moedelijken terugtochtsweg van den vijand, die, naar beweerd werd, langs een pad, dat van af dien Oostelijken ingang naai de kampong Keroemboe aan de Zuidkust voerde, zou trachten uit te wijken, werd den Onderluitenant Schouten opgedragen, om met 2 brigades het gebergte in te gaan en langs bedoeld pad naar den Oostelijken ingang van Ngali te marcheeren en tegen 12 uur 's middags tegen den kampongrand aan die zijde op te rukken. De 3 andere brigades onder commando van Luitenant Vas- tenou en waarbij ik mij aansloot, marcheerden om 8 u. 45 min. v.m. van Nata af en trokken tegen ll1,4 uur v.m. op mijn last, eerst Zuid- en daarna Zuid- Oostwaarts naar de sawahvlakte ten Zuiden van den Zuidelijken ingang van Ngali. 1) Zio bijlage A.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 475