10
porteerde, dat tal van in het wit gekleede gewapende personen
zich over die vlakte bewogen. Daar nu ook in andere richting
vijanden werden gezien, werd het mij duidelijk, dat men den
troep trachtte in te sluiten.
Ik liet daarom de geheele colonne naar de sawah oprukken en
stelde haar daar in carrévorm op. Drie brigades en het kanon van
8, 7 in het frontop iedere flank een brigadeterwijl de achterzijde
van het carré, waarbinnen trein en ambulance plaats namen,
door de landingsdivisie werd gevormd.
Nauwelijks in deze formatie opgemarcheerd, werd de troep
door benden lansdragenden aan alle zijden, doch vooral in het
front aangevallen. Door kalm afgegeven geweer-en geschutvuur
werden die aanvallen overal met zware verliezen voor den
vijand afgeslagen.
Intusschen drong een bende, uit den kampong komende, met
groote stoutmoedigheid tegen de achterflank op. Door een goed
gericht vuur der landingsdivisie onder den luitenant ter zee
Manikus, werd de vijand ook hier spoedig gedwongen de vlucht
te nemen. De lijken van een 5tal gesneuvelden lagen slechts
op 20 passen van de landingsdivisie.
Zoodra geen aanvallers meer in het terrein werden waar
genomen, werden eerst het gevechtsterrein en daarna de omlig
gende kampongs Rasangaroe, Timoe en Toempoe, die allen witte
en Nederlandsche vlaggen hadden uitgestoken, afgezocht. Hierbij
moesten nog verscheidene vijanden, die zich ongedeerd op den
grond en in slooten hadden geworpen en met opgeheven kle
wang op de troepen invlogen zoodra deze in hunne nabijheid
kwamen, worden neergelegd.
In het geheel liet de vijand 58 dooden, waaronder 5 hoofden
en een groot aantal blanke wapens, in onze handen; wij hadden
geen verliezen.
Om 4 uur n.rn. keerde de colonne naar de kampong Daroe
terug, alwaar het bivak werd betrokken. De nacht ging rustig
voorbij.
Daar ik des avonds, gedurende mijn verblijf in het bivak te
Daroe, de zekerheid erlangde, dat kampong Dena als het brand
punt van het verzet was te beschouwen, werd onverwijld ge-